Biekorf. Jaargang 31
(1925)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 98]
| |
ze kruiswijs, zoodanig dat zij vier gelijke rechthoeken verbeelden. Gij hebt nu vier armen van gelijke lengte. Zet dat kruisvormig beeld recht voor u, en aan 't uiterste van den bovensten arm, trekt een kort schreefken al den kant van uwe rechterzijde, dat het met den arm eenen rechthoek of eenen haak uitmake. Zet dan ook zulk eenen haak in dezelfde richting, aan de drie andere boomen van dit kruisvormig teeken, en gij hebt een hakenkruis, dat - ook dikwijls als versiering wordt gebezigd. De Swastika wordt ook soms gammakruis genoemd omdat iedere arm de grieksche gamma gelijkt.
* * *
Wat mag dat teeken te bedieden hebben? Wijlen Déchelette zeer ervaren in de kennis der oude tijden aanzag het hakenkruis als de verbeelding van het zonnewiel. 't Kan zijn, maar de zon wordt gewoonlijk verbeeld door een gesloten wiel, soms onder de gedaante eener kleine ronde, met een stipken in 't midden, zooals de zonnegod Ra in het egyptisch beeldschrift. De zon wordt ook voorgesteld door eene groote ronde zooals de sumerische zonnegod Samas, of als dia twee gelijke bronzen wielen rustend op een bronzen wagentje, het een gevonden te Trundholm in Denemarken, het andere op het eiland Syros in de grieksche eilandzee; een derde zonnewiel, dat eene volkomene gelijkenis vertoonde met de twee voorgaande, zagen wij verbeeld op een masker bij de Hopi, een indiaanschen stam uit den Arizonastaat. Al deze zonnewielen bestaan uit twee ronden, een buitenste en een binnenste en tusschen die twee ronden ziet men eene ronde van driehoekjes. Wij gelooven niet dat de Swastika uit die zonnewielen kan afgeleid worden of daar in verband mede staat. Anderen aanschouwen het kruis in den Swastika en beweren dat het kruisbeeld als godsdienstig voorwerp van voor het christendom reeds vereerd werd. | |
[pagina 99]
| |
Dat zijn ijdele droomerijen die op niets gesteund en gaan. Een Duitscher meende dat de Swastika een vliegenden ooivaar verbeeldde, maar die gissing en geeft geenen uitleg van 't gebruik van den Swastika. Die zaak is 't opsporen weerd omderwille van 't misbruik dat de ongeloovigen er van maken en omdat men van den bronstijd af, den Swastika tegenkomt in alle werelddeelen en in alle tijden. Hij staat verbeeld op 't oudste vaatwerk van Susa en op de zalmdoozen die men hier in de winkels verkoopt.
* * *
Een Swastika werd ook gevonden in onze vermaarde oortijdsche spelonk te Spy, die bewoond was in het rendiertijdvak en die ons ook schedels leverde uit het mammouthtijdvak. Daar vond men ook van latere tijden een been met een Swastika op geteekend en die vondst besprekend, dachten wij bij ons eigen: - Die Swastika trekt best van al op een meuleke. Ons vermoeden werd bevestigd door eene wondere vondst van onzen zeer eei weerden zendeling Bittremieux uit Congoland. Hij gaf het Mayombsch Idioticon uit en voegde daarbij eene tafel met de huidbeprikkingen door de wilden gebezigd. Op hun vel staan ook teekens die zij maviongo ma ngandu noemen, 't is te zeggen meulekens om de krokodillen te verschuwen. En die teekens? De opsteller schijnt er geen acht op gegeven te hebben. Die teekens zijn niets anders dan de Swastika. Het is al geheel merkweerdig dat tusschen Congolandsche huidbeprikkingen de Swastika te voorschijn komt, maar 't ware nog veel merkweerdiger, vonden wij daar den uitleg van het hakenkruis, 't slot en den sleuter der bediedenis van den Swastika. Ge moet weten, als een voorwerp de wilde volkeren nut- en oorbaar is, als ne klabettermeulen om de krokodillen, de vogels of de ratten te verschuwen, 't beeld van | |
[pagina 100]
| |
dat zelfde voorwerp heeft voor die volkeren dezelfde beschermende kracht. De Congolanders zullen in oude tijden nen klabettermeulen gebezigd hebben om de krokodillen te verschuwen; later zullen zij aan 't beeld ervan in hun vel gestekt en gekleurd, de zelfde kracht, het zelfde verschuwingsvermeugen gehecht hebben. Zoo is in Congoland en elders de Swastika een gewaand beschermingsteeken of zoo sommigen plegen te zeggen, een amulet geworden, ook wellicht tegen andere gevaren dan deze die voortkomen van de dieren. G. Dottin noemt het hakenkruis een amulet in gebruik bij de Galliërs, maar hij en legt niet uit hoe het deze beschermende kracht verworven heeft Zoo vinden wij den Swastika op de wapens der Galatiërs. in de stad Pergamos, door de Duitschers uitgedolven, op mantelhaken, op verschillige altaren van de Galliërs; dat waren altaren van de huisgoden, die in de huizen stonden, en 't en is niet te verwonderen dat er in die steenen, verschuwingsteekens tegen de ratten en de vogels gekapt waren. Zoo gallische altaren werden in de Pyreneën gevonden, zijn bewaard in de oudhedenhalle van Toulouse en in namaaksel te zien in de vermaarde oudhedenhalle van St Germain-en-Laye. 't En is niet noodig zooals ge ziet, om de bediedenis van het gammakruis uit te leggen, daar ons christen kruis als godsdienstig teeken in te aanschouwen.
* * *
Tot Hissarlik in de puinen van 't oude Troja vond men spinspillen met spilschijven (fusaïoles) eraan: waarom stond da Swastika op die spilschijven verbeeld? Wie kan er dat zeggen? Een meuleke draait; de Swastika staat nu even gepast op iets dat bestemd is om te draaien. 't Zal ook zijn om de muizen en de ratten te verschuwen, die 't gesponnen garen komen aan stukken knabbelen. Nu nog verwijdert men de ratten met een klepmeuleke. Men heeft landkaarten gemaakt in Amerika waarop de | |
[pagina 101]
| |
plaatsen vermeld staan, waar de Swastika te zien is; men heeft ook kaarten gemaakt van de streken waar de Roodhuiden de weverij kennen. 't Is heel zonderling die kaarten zijn dezelfde en vertoonen dezelfde gewesten. 't Is een bewijs te meer dat er een verband schijnt te bestaan tusschen het garen en den Swastika, veroorboord als een middel om het garen en de weefstoffen te beschermen! Salomon Reinach geeft ook nog een voorbeeld dat bewijst dat er betrekking bestaat tusschen het gammakruis en het weven. Uit den Hallstattijd in Italië kent men gewichten die bij 't weven, aan de kempdraden der keten hingen; de draden der keten waren ir die tijden van boven naar beneden gespannen en aan de gewichten die er van onder aan vast waren, staat er een hakenkruis geprent Onze gissing legt uit, waarom de Swastika op die weefstoelgewichten waarneembaar is.
* * *
Wij ontwaren ook den Swastika op eerden vaten, die in 't jaar 1910 te Susa, bij de vermaarde opsporingen van Jacob de Morgan aan 't licht gekomen zijn. De geleerden treffen den Swastika aan, maar ze en doen ons de reden niet kennen, waarom de Swastika op eerden vaatwerk te zien is. 't Graan wierd vroeger in eerden potten bewaard; een dorpsonderwijzer uit Denemarken heeft eerst de putjes gageslegen die de graantjes gemaakt hadden in de verschgebakken eerden potten. Waarom staat de Swastikaop die vermoedelijke eerden graanpotten van het oortijdsch vaatwerk van Susa? Omdat de klepmeulen de ratten verschuwde en dat de verbeelding ervan dezelfde beschermende kracht te wege brengt in 't gedacht der lieden van die tijden. Hetgeen ons vermoeden steunt is 't volgende: op eenen scherf van Susa, staat een dier onder den Swastika verbeeld; de grove schets van dit dier trekt best op eenen hond en die dieren worden ook gehouden om de ratten en alle | |
[pagina 102]
| |
slag van wangedierte weg te jagen. Van in den jongen steentijd was de hond de trouwe gezel van den mensch. 't Is zonderling: de Swastika staat ook verbeeld met de schets van een dier dat een hond kan zijn, op eene steenen tafel van den oudsten ijzertijd te Montfort (Var) gevonden. 't Bestaan ook nog eene reeks wijnvaten waarop de Swastika waarneembaar is. Zoo een wijnpot uit den romeinschen tijd werd te Rouaan in 1837 gevonden. De voornaamste die wij kennen werden op het eiland Cypros, te Curium, uitgedolven. De Swastika is te zien op eene drinkschaal, op eene kruik en op eene wijnkan; die stukKen behooren tot het vaatwerk van den eersten ijzertijd, het griekschphenicisch tijdvak gaande van de jaren 1100 tot de jaren 600 voor Christus. Welke dieren het beeld van den klabettermeulen daarop te verschuwen heeft en weten wij niet. Zijn 't misschien de vogels die de druiven der wijngaarden komen verslinden? 't Moet toch zijn om iets te verschuwen, want op de wijnkan staat er nog een verschuwingsteeken, waarvan men misschien ook de beteekenis niet kent. Dat ander beeld op de wijnkan is een duidelijk en fijn geteekend waterhoentje. 't Staat met zijnen bek open, tot bewijs dat het bezig is met schreeuwen. Niet ver van ons huis is er een groote wal. 't Nestelen daar waterhoentjes en ze schreeuwen veel in den nacht. Als ge aan de menschen vraagt: - Wat schreeuwt er daar in den nacht? - 't Zijn uilen, antwoorden zij. 't Is maar weinig geweten dat de waterhoentjes zoo zeer schreeuwen en toch zijn er streken waar het spreekwoord bestaat: schreeuwen als een waterhoentje. Misschien diende in oude tijden het geschreeuw van het waterhoentje als verschuwingsmacht nevens den klabettermeulen en wierd het beeld van den schreeuwen den vogel, nevens het beeld van het klepmeuleke als verschuwingsteeken gebezigd. 't Is de uitleg dien wij vorenstellen. | |
[pagina 103]
| |
Men kent de befaamde opsporingen van Arthur Evans, in 't paleis van den koning Minos, te Cnossos op Kreta. Daar vond men een zegelindruk, waarop men een hakenkruis te zamen met een lam ontwaart. Ge ziet van hier hoe Salomon Reinach daarop verlekkerd was: het christen kruis en het christen offerlam 1500 jaar voor Christus!... De koningen van die tijden geleken Abraham: zij hadden vele kudden schapen en lammeren. Zoo zullen wel op Kreta de klepmeulekes de schapen tegen de wolven beschermd hebben, zoo ze de krokodillen verschuwden in Kongoland en een schaapherder zal wel een beeldeken, een tafeltje met een hakenkruis en een lam als verschuwingsmiddel, als amulet, met een touwtje aan zijnen hals gehangen hebben. J. Claerhout. | |
OorkondschapJ. Déchelette. Age du Bronze. Parijs 1910. Bl. 418 en bl. 453. - Leo Bittremieux. Mayombsch Idioticon. Gent 1923. Deel II, bl. 783, bij 't woord Zitsamba van zijn woordenboek. - S. Reinach. Catalogue iltustré du Musée des Antiquités naitonales de St-Germain-en-Laye. Parijs 1921. Men ziet in de tafel, waar in de twee deelen de Swastika vermeld wordt. - L. Germain. Les Origines de la Civilisation précolombienne et les theóries d' Elliot Smith. In Anthropologie. Deel. XXXII, 1922, bl. 106. - J. de Morgan. De l'influence asiatique sur l'Afrique à l'origine de la civilisation egyptienne, in Anthropologie. Deel XXXI. bl. 432. - J. Déchelette. Second Age du Fer. Parijs 1914. Bl. 1495 en 1500. - René Dussaud. Les Civilisations préhelléniques dans le Bassin de la vier Egée. Parijs 1914. Bl. 279. - S. Reinach. La Crète avant l'histoire. In Anthropologie. Deel XV, 1904, bl. 276 - J. Chalon en M. De Puydt. Le Swastika de Spy. In Bulletin de la Société d'Anthropologie de Bruxelles. Deel XXXIII, jaargang 1914 bl. 233. |
|