Biekorf. Jaargang 31

Nog een boekje van Guido Gezelle?

4^en Juli 1874, schrijft Z.E.H. Ernest Rembry aan Guido Gezelle:

IK verneem dat Gij een boekje aan 't gereedmaken zijt voor de broederschap van den H. Benedictus, te Sint-Louis (Deerlijk) broederschap die heur voornaamsten feestdag moet vieren op den 11^en Juli, verjaardag van het overbrengen der relikwiën van den Heiligen Abt en ook van den Groeningeslag. Weet gij dat de Beenhouwers (Macekliers) van Brugge die, aangevoerd door hun dapperen hoofdman Jan Breidel zulk een roemrijk aandeel in de zege hadden verworven, juist om dit samenvallen van die dubbele verjaring den H. Benedictus tot tweeden patroon hadden verkoren? Ik lees op bladz. 8, 9 van het allerzeldzaamste boekje:

KLoeCke DaeDen beWezen In Den nIeUW-Jaer WensCh, door de edelmoedigheyd der geslagten van den Vleeschen Ambachte der stad Brugge in den glorieusen veldslag tegen Philippus den IV Koning van Vrankrijk - Brugge, bij Joseph van Praet, 1788:

[p. 14]

‘De Geslagten van onzen Ambagte, hebben om die reden den H. Benedictus voor hunnen tweeden Patroon verkozen, en synen Feestdag is lange jaeren naer dien zeer solemneel bij hun geviert geweest’.

Het opstellen van dit boekje deed, zooals altijd bij Guido, zijn speurende zinnen op zoek uitvliegen lijk een nest vlugge patrijsen:

1.	Hij schreef naar Maredsous en bekwam van Hoogeerw. Abt Hildebrand de Hemptinne, in een geschrift als van een middeneeuwsch perkament, de kostelijkste inlichtingen over den H. Benedictus, zijnen regel en zijne stichtingen, zijne medaljel over het overbrengen zijner relikwiën uit Italje: met eene monografie over den heilige.
2.	Hij schreef naar Deerlijk zelf en ontving inlichtingen over de aldaar gestichte confrerie van den H. Benedictus patroon van de goede dood, over bijeenkomsten, processien, stoeten en wat dies meer.
3.	Hij zocht en vond oorkondschap over de gewezen proosten van den Pladyshoek te Deerlijk, onder pastor Karel-Louis Van Slambrouck en door zijnen iever ingericht als succursale Kerk onder den naam van Sint Louis, in de jaren 1850-60 - hij vond er tot 't jaar 1833.
4.	Hij vraagt te Brugge goedkeuring voor zijn boekje en ontvangt van Mgr Wemaer Grootvicaris, op 9 Juli 1874, volgend antwoord: Wij keuren zeer geerne goed ‘Het pelgrimsboekje van Sint-Louis bij Deerlijk’. Wij wenschen dat dit werkske, door den Eerweerden Heer Gezelle, onderpastor te Kortrijk, opgesteld, de godvruchtigheid tot Sint Benedictus in geheel het bisdom van Brugge verspreide.
5.	Het werkje werd dus geschreven. - Gedrukt? Bestaat het nog? Waar?

C. Gezelle.