Biekorf. Jaargang 30
(1924)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Duinheer Petrus Quicke
| |
[pagina 246]
| |
en vrienden gestraft, enz. Er hadden betreurenswaardige feiten en daden plaats, waarbij beide partijen, gesteund door hunne vorsten, ergernis gaven en wanorde verwekten. Bij den dood van Louis Pot, 6 Maart 1505, (n. st), werd opnieuw door het kapittel van Doornik een bisschop, Karel du Hautbois, 28 Mei 1505, gekozen tegen het gezag in van den Paus. Dit gaf nieuw voedsel om de oneenigheid tusschen de partijen te doen aangroeien. De beide bisschoppen gingen nog heftiger te werk met straffen, dreigingen en banvloeken. Het scheelde weinig of de beide vorsten kwamen in oorlog. De Paus bood zijne bemiddeling aan, die werd aangenomen. Door zijne zorg kwam een goede overeenkomst tot stand tusschen de vorsten en de bisschoppen, en zoo werd de orde en vrede hersteld. De Vlaamsche Bisschop, Petrus Quieke, bracht een groot offer. Hij deed afstand van al zijne rechten op het bisdom Doornik ten voordeele van zijn Franschen tegenstander. 6 Dec. 1505 sloot hij een overeenkomst met Karel du Hautbois, waarbij van beide zijden vele verplichtingen werden aangegaan, en alles wat gebeurd was als vergeven werd beschouwd. Bisschop Quicke zou in bezit gesteld worden van al zijne rechten in de abdij St. Amand. Een jaarlijksch pensioen van 2000 pond werd hem toegezegd en het recht om de beneficies zijner abdij te begeven, enz. Bovendien moest Karel du Hautbois op zijne kosten zorgen, dat bisschop Quieke van een ander bisdom door den Paus voorzien werdGa naar voetnoot(1). De koning schreef hierop voor Quicke een aanbeveling aan den Paus. Nog eenige overeenkomsten werden 5 en 9 Jan. 1506 (n. st.) geslotenGa naar voetnoot(2). Bisschop Quicke heeft het einde niet gezien van de vredesonderhandelingen. Hij | |
[pagina 247]
| |
overleed te Valenciennes 1506 (n. st.), opeen der volgende data aangegeven door de Gallia Christiana: onder het octaaf van Drie Koningen, 16 Jan, of 21 Febr.Ga naar voetnoot(1). Jongelinus en de VischGa naar voetnoot(2), geven den 21 Jan., als zijn overlijdensdag op. Dit is beter aan te nemen, dan 21 Febr., want reeds 9 Maart daarop werd Karel du Hautbois benoemd door een bulle van den Paus tot bisschop van Doornik en tevens tot abt commendataire van St. AmandGa naar voetnoot(3) in plaats van den overleden abt. Tragisch is het einde geweest van den abt Quicke, volgens Le Maistre d'AnstaingGa naar voetnoot(4). Nauwelijks had Petrus Quicke bezit genomen van zijne abdij St. Amand op Fransch gebied, of hij werd door een dertigtal monniken en leeken, die den vlaamschen abt verfoeiden zoo geslagen dat hij kort nadien aan de gevolgen overleed te Valeneiennes. Zijn lijk werd overgebracht naar St. Amand en begraven in de abdijkerk in de kapel van het H. Graf. Na 1500 zijner weinig geschiedkundige documenten uitgegeven. Dit is wel de reden, dat men over het bisschoppelijk bestuur van Petrus Quicke, die in Vlaanderen toch erkend werd, zoo weinig gegevens aantreft. Door oorkonde gedagteekend te Brugge 9 Sept. 1497 getuigt bisschop Petrus, dat hij de oprichting der St. Annakerk te Brugge toestaat, regelt, bevestigt, en dat hij deze kerk met hare altaren plechtig heeft gewijdGa naar voetnoot(5). | |
[pagina 248]
| |
Door een bezegelden brief gedateerd van Gent 28 Febr. 1499 (1500) stond Petrus Bisschop van Doornik toe aan Rafael, bisschop van Rossen, abt van St. Baafsabdij, dat hij eenige relikwieën van den H. Bavo mocht afstaan voorde kerk van Sint Bavo te HaarlemGa naar voetnoot(1). In dien tijd verbleef de bisschop in zijn geboortestad om den beroemdsten der Gentenaren, die aldaar het eerste levenslicht aanschouwde, het H. Doopsel toe te dienen. 24 Februari 1500Ga naar voetnoot(2) werd in het Prinsenhof te Gent de eerste zoon geboren van den aartshertog Philips den Schoone en aartshertogin Joanna, die later als Keizer Karel V, een onsterfelijken naam zou nalaten. Dagen achtereen vierde Gent feest: van alle zijden stroomden prinsen, grooten en gezanten in de stad, die luisterlijk versierd en verlicht was en met alle mogelijk bewijs hare vreugde betoonde. Aan den gentenaar, Petrus Quicke, bisschop van Doornik viel de eer te beurt den vorstenzoon te mogen doopen in de St. Janskerk thans St. Baafs, den dertienden dag na zijne geboorte, 7 Maart, omgeven door drie bisschoppen, tien prelaten, een schitterenden stoet van edellieden met een pracht en praalvertoon zooals Gent nooit gezien had. Het kind werd hem ten doop aangeboden door de peters, den prins Karel de Croy, prins van Chimay, en den markies Jan van Bergen-op-Zoom, alsook door de twee meters Margaretha van York, de oude weduwe van Karel den Stoute en zijne tante Margaretha van Oostenrijk. De jonge prins ontving den naam van Karel naar zijn overgrootvader Karel den StouteGa naar voetnoot(3). De bisschop van Doornik Petrus Quicke, was ook de hoofdpersoon in de plechtigheid bij de afkondiging van | |
[pagina 249]
| |
den aflaat van het Gulden jaar, 4 Maart 1501, te Antwerpen. De pauselijke commissaris Petrus Quicke, bisschop van Doornik, drager van de aflaatsbulle, werd door een luisterlijken stoet ingehaald in de stad. Voorop gingen ambachtsgilden en schutterijen wel met 500 brandende toortsen. Daarna volgden de wethouders, de geestelijkheid, de ridders meest te paard. Dan de markgraaf en twee ruiters met banieren van den Paus, gevolgd door een kanunnik te paard met een rood fluweelen banier, waaraan de aflaatsbulle hing. Eindelijk kwam de bisschop Petrus vergezeld door de abten van Sint Michiel en Sint Bernard met hun gevolg te paard. De stoet begaf zich naar de O.L. Vrouwekerk, waar de bul plechtig werd afgekondigd aan de toegestroomde menigteGa naar voetnoot(1). 27 Sept. 1501 door oorkonde gedateerd uit Antwerpen door Petrus Quicke, bisschop van Doornik, werd in de St. Salvatorskerk te Brugge, thans de kathedraal, een kapittel ingesteld van kanunniken met een deken aan het hoofdGa naar voetnoot(2). Bisschop Petrus Quicke had ook de inrichting goedgekeurd der Scholasterie van St. SalvatorsGa naar voetnoot(3). In de rijke archieven en bibliotheken van Gent en BruggeGa naar voetnoot(4) schuilen wellicht nog meer gegevens om den Vlaamschen bisschop van Doornik, Petrus Quicke, nader te leeren kennen. Dit korte overzicht der gebeurtenissen van den strijd over de opvolging in het doorniksche bisdom doet duidelijk begrijpen, hoe noodzakelijk de oprichting van nieuwe bisdommen binnen de landsgrenzen der Nederlanden was. Ze kwamen, helaas, eerst een halve eeuw later tot stand. A. Fruytier, O. Cist., abdij Bornhem. |
|