| schutting op 't lijf gedregen: althans sedert de XVIe eeuw; |
4. | dan de Mate van 't Lichaam des Heeren, een teeken, te vermenigvuldigen zoovele malen wilde men die mate vernemen, en ooknog te dragen als schuts- en als toover gerief: wellicht reeds bekend in de Xe eeuw; |
5. | de Mate van Christus' zijdewonde, met of zonder de andere vier wonden erbij: afzonderlijk en avergeloovig vereerd ten minste vanaf de XVe eeuw, - mitsgaders andere dergelijke maten, b.v. van Onzes Heeren Lijdensgetuig, cf van de Lichaamsgrootten van enkele Heiligen. |
Onder en tusschen dat alles nu, en wetende eens meer van het eene, of eens meer van het andere, is 't hierbesproken gebed - tonzent geheeten van Keizer Karel - oorspronkelijk echter en overal elders van Karel den Groote.
Steller heeft er een 30 verschillende gezien uit alle tijden en streken. Hij vergelijkt ze ondereen, in hunne geschied- en wijdienstkunstige deelen; en komt alzoo, betreffende den oorsprong van 't stuk, op 't besluit:
a) dat zijn ouder bestaan dan de XVe eeuw ten hoogste mag worden vermoed, terwijl daarentegen er vast vanaf en vanuit deze eeuw vijf bekende opstellen overzijn, nl. vier duitsche en een engelsch;
b) overigens dat de boekstafkundige wording ervan ontstaan is uit enkele geschiedkundige gedenkenissen volkskundig verdraaid; nl. van de nâre betrekkingen tusschen Karel den Groote met Paus Leo den Derde aan den eenen kant, met Kalief Haroun-al-Raschid aan den anderen kant. Van beiden, uit Roomen en Jerusalem, kreeg Karel giften en geestelijke gunsten. De drukkunst later heeft er heur ook meê gemoeid, en, bij gebrek aan ernstige kerkelijke waarneming vóór den XVId eeuwschen Kerkdag van Trento, heeft er ondertusschen vrijaf voordeelen en aflaten altijd maar meer, en altijd maar grootere aan toegevoegd.
L.D.W.