munistisch element in het gouvernement Moscou’, of ‘X treedt in de combinatie als Minister’, of eenigszins meer bedekt ‘zijn ontslag schijnt een kwestie, van dagen’! En wij (d.i. de lezers, of vooral de verdere medewerkers, of staatkundige lieden, de mannen van aktie, de meisjes-bewegers, de jongere leeraars, de jongens erachter, heel 't nieuwe geslacht) we slikken dat in als... ‘degelijk Nederlandsch’! Zelfs, wee dan, aan die een verwijt zou bedurven aan 't adres van alle die beulen, die werken dat 't schande is om den levenden gloei onzer taal in den doofpot te krijgen... 't Gevaar is zoo groot, mijn dagblad zou zeggen neemt schrikwekkende afmetingen (= prend des proportions terrifiantes), en men wil het niet zien!
Wat ware er anders daartegen te doen? Wat? Een geweldigen ruk averechts toe, een geweldigen, hoor', een overdrevenen dus: overdreven gewrocht - 'k zeg het nog overdreven gewrocht - aan taalloutering immer, altijd, overal en in alles... opdat er iets toch van overblijve. Anders, medunkt, 'n kan 't niet meer gaan: het vlaamsch, gaan de zaken zoo voort, zal ophouden vlaamsch nog te zijn, en dan is 't uit met ons taal en ons volk... door ons eigene schuld.
BROM.