Biekorf. Jaargang 30(1924)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Ontwaking. DE boomen... ze droomen van lenteweer en labberlucht, van groeien en bloeien: van blârenloof en zomervrucht, van klank en gezang en warme nestjes teer en klein, en 't kwelen en 't spelen van 't onervaren vogellijn. *** De twijgen ze nijgen, als 't windje door de toppen suist, ze beven, herleven: jong bloed nu door hunne aderen bruist. De wonne der zonne hun slapende oogen laaft en lekt; de spillen ze rillen: Ze zijn uit hunnen slaap gewekt! *** En 't leven komt even, door winterkoude en vorst bekneld, licht blakend, ontwakend, in 't droomend hart mij opgeweld. Edm. Bartels. Vorige Volgende