Biekorf. Jaargang 30(1924)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] De Ziel. Wie zegt mij wat een ziel is? Een ziel?... door Godes handen Geheimvol vastgeklonken In stoffelijke banden... Wie zegt mij al de schoonheid Die uit eens oogen fonkelt, Die speelt op 's menschen aanzicht, Of om zijn lippen monkelt? Wie zegt mij al den weedom, Het bittere ‘zielelijden’ Dat bibbert in de tranen Die langs de wangen glijden? Wie zegt mij al heur kracht, en Wie zegt mij al heur goedheid? Wie zegt mij van de liefde De zalving en de zoetheid? Wie kan de kunst ontleden Die licht en kleur en lijnen Bezielt, en voor onze oogen Het leven doet verschijnen? En wie het wondere spel van Muziek, die ijle klanken Hertoovert tot akkoorden Van loutere zielespranken? [pagina 81] [p. 81] Wie zal de woordenweelde, Den ‘geest’ der vele talen,... Van de eigen moedersprake Den rijkdom achterhalen? Wie bakent af de grenzen Van al 't verstandelijk weten,... Die verre horizonnen Alleen door God gemeten? O ziel! O zonnestraaltje Aan 't eeuwig Licht ontsprongen, In 't diepste van ons wezen, Door merg en been gedrongen! O parel, uit den Hemel Ter aarde neergegleden, Nog glansend - schoon beneveld - Van 's Hemels heerlijkheden! O zonnekind! o zuster Van gloeiige Serafijnen,... - Die naar 't hierboven smachtend, Op aarde moet verkwijnen. * * * O God, mijn Heer, mijn Heiland, Kom mijne ziel verlichten, En, beu van al het aardsche, Haar weder te Uwaard richten. En geef mij, Heer, den moed om Zoodanig U te minnen, Dat ik mijn leven late Om U één Ziel te winnen! Leo Bittremieux Op Sinxen, Mbata-Kiela, Kongo. Vorige Volgende