Biekorf. Jaargang 30
(1924)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd‘Gene betreurenswaardige verdwijning’(Uit De Schelde van Antwerpen, 23-xii-1923) Ook buiten ons land staat Brugge bekend als de Mariastad. En geen wonder; in weinige steden was de Mariavereering tijdens de laatste eeuwen zoo in zwang als ten onzent; nergens vond men aan de hoeken der straten zoo talrijke en kunstige Mariabeelden. Het schijnt nu dat wij Bruggelingen dien naam niet meer kunnen opeischen. Men zou maar een enkelen keer 's avonds te Antwerpen moeten rondwandelen | |
[pagina 18]
| |
en de vele lichtjes zien die overal voor de Lieve Vrouwenbeelden branden, om daarvan overtuigd te worden. Samen met handel en voorspoed is ook de Mariadevotie van Brugge naar Antwerpen verhuisd. Te Brugge zijn in de laatste jaren hier en daar, op tien plaatsen en meer, die kunstwerken verdwenen. Niemand zal durven in twijfel trekken dat er daar echte kunstwerken onder zijn. Overigens is het feit dat zij verdwijnen om in verzamelingen of in... antiquairwinkels terecht te komen nog al een bewijs dat zij kunstwaarde hebben. Men kan beweren dat een huiseigenaar ook eigenaar is van het beeld aan den huisgevel, maar zooals het gezag mag ingrijpen om een ouden gevel te bewaren, al is die gevel privaat eigendom, zoo moest het ook voor het behoud onzer beelden zijn, die onze straatzichten zoo schilderachtig maken. Op den hoek der Moerstraat en Ontvangersstraat, aan de herberg ‘'t Onze Vrouwke’, stond een allerkoddigst beeld. In de wijk bestond een zeer oude ‘confrerie’ die voor de versiering ervan zorg droeg. De hoofdman van die confrerie, heer Charles Pintelon, overleed gedurende den oorlog. De nieuwe eigenaar van het huis, heer Jan Delameilleure, heeft het beeld doen wegnemen. Daarmede is ook de confrerie verdwenen. Op den hoek der Predikheeren- en Zwarte Leertouwersstraten is het schoon 15e eeuwsch Mariabeeld eveneens verdwenen. De eigenaar houdt het binnenshuis als ‘antiquiteit’ en denkt er zelfs niet aan in de ijdele nis een kopij van het oorspronkelijke beeld te stellen. In de Annunciatenstraat, op den hoek der St Gillisdorpstraat, rechtover het klooster van Serweytens, stond een klein lief laat-gotisch beeldje. Zekeren dag werd het vervangen door een waardeloos modern beeld en bovendien werd de nis deerlijk verknoeid. Op den hoek van het Noord Ghistelhof staan de ‘metsershuizen’, eigendom der Burgelijke Godshuizen. In de nis bevond zich een prachtig, zittend Lieve Vrouwebeeld. Enkele jaren geleden vroeg een kunstminend Bruggeling om het te mogen afmouleeren, wat hem werd toegestaan. Een der eerste afgietsels was in cement met rood kleursel om het te doen gelijken aan 't oorspronkelijke dat van roode gebakken aarde was. Dit cementen beeld werd in de nis gesteld, en daarvoor werd een nieuw dicht traliewerk geplaatst, want, zoo zegde men, het was een beeld van waarde en kon mogelijk door een of ander liefhebber worden verduisterd. Het dichte traliewerk | |
[pagina 19]
| |
belet in alle geval dat het bedrog aan het licht kome! Het oorspronkelijk kunststuk zelf wordt zorgvuldig bewaard in een ...salon. Wat denken de heeren van de Burgerlijke Godshuizen daarover? Zou het geen tijd worden dat een onzer gemeenteraadsleden het college nopens dit oneerlijk bedrijf interpelleere. Het geldt hier noch min noch meer het kunstkarakter van Brugge in wiens naam nochtans anderzijds zooveel dwaasheden worden begaan. Een jaar of zoowat geleden heeft een plaatselijk onafhankelijk bladGa naar voetnoot(1) terloops de aandacht der bevoegde overheid op bedoelde beeldschennis gevestigd. Tot hiertoe werd geen enkele maatregel getroffen. Waarom, of moet men misschien de eene of de andere compromitteerende medeplichtigheid vreezen? |