suls van Brugge. De Hooge Raad van Genua, vernomen hebbende van zijne kooplieden dat een zekere Antoon Fiorentino te Brugge de Halle der Genueezen met aanhoorigheden beeft doen aanslaan om reden van een geschil met Lucas Spinola, antwoordt dat deze goederen geenszins eigendom zijn van het Gemeenebest, maar wel van zijne kooplieden, die ze met hunne eigene penningen hebben aangekocht. Dientengevolge eischt de Genueesche Regeering dadelijke teruggave opdat de aloude vriendschap er niet door lijde (1 September 1442).
Arch. Gov. Reg. Litt. 1441-44, nr 12.
53. - Aan de vier leden van het Genueesch Verbond in Vlaanderen. Bericht wordt hun gegeven van het hiervoorgaande, met verzoek mede te helpen opdat recht en waarheid zouden zegepralen (3 September 1442).
Arch. Gov. Reg. Litt. nr 12.
54. - Aan Filips, Hertog van Burgondië en Graaf van Vlaanderen. De Genueesche Regeering drukt haren diepen spijt uit over het wangedrag harer medeburgers Pantaleo di Ovada en Leenaard Malapenna, en verzekert hem dat bijaldien zij terugkeeren, zij eene voorbeeldige straf zullen ondergaan (20 Januari 1443). Arch. Gov. Reg. Litt. no 12.
55. - Denzelfden Hertog. De Hooge Raad van Genua dacht dat de brief van 20n Januari, medegegeven met zijn gewezen huisknecht Olivero Maruffo, hem zou voldaan hebben. Vernomen hebbende van de Brugsche kooplieden dat bij den brief geenszins ontvangen heeft, zoo verhaast de Genueesche Regeering zich om er hem een afschrift van te doen geworden (20 Mei 1443). Arch. Gov. Reg. Litt. nr 12.
56. - Denzelfden Hertog. Daar hij aan de Genueesche Regeering toelating en vrijgeleide gevraagd had voor zijne onderdanen om te Genua en omliggende gebied oorlogstuig te koopen voor zijne galeien die te Nice in aanbouw zijn, o.a. lansen, pijlen, zeilen, roeispanen, enz., zoo antwoordt het Gemeenebest dat het volgaarne toestemt en altijd bereid is om hem van dienste te zijn (13 Juli 1443).
Arch. Gov. Reg. Litt. nr 12.