Biekorf. Jaargang 29
(1923)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVII. Oorkonden.A. Reeks oorkonden berustende in het Koninklijk Archief te Brussel.1. - Handels- en vredesverdrag tusschen het Gemeenebest van Genua, vertegenwoordigd door den Doge Antoniotto Adorno, en Filips den Stoute, Hertog van Burgoudië en Graaf van Vlaanderen (1395). (Perkament). Staatsarchief, Brussel. 2. - Filips de Goede, Hertog van Burgoudië en Graaf van Vlaanderen, opsommende de voorrechten die de | |
[pagina 179]
| |
Genueezen in zijne staten genieten bij vergunning van 1414, door hem bekrachtigd in 1421, beperkt deze nu eenigermate (13 Juni 1434). Oorkonden-Bundel 1414-1620. (Staatsarchief van Brussel), blad 1. 3. - Verklaring waarbij de Genueesche kooplieden zich verplichten 2 grooten Vlaamsch te storten in 's lands schatkist voor iedere galei die de zeehaven van Sluys binnenzeilt.
4. - Getuigschrift van uitbetaling van 36 grooten Vlaamsch door den schepenraad van Sluys aan 12 visschers, die eene Genueesche galei in volle zee tegenkwamen zonder bemanning, en ze naar de haven medebrachten (22 September 1436). O.-B., bl. 65. 5. - De Prior van het klooster der Augustijnen te Brugge verleent een bijzondere plaats in de middenbeuk der kerk aan de Genueesche kooplieden, aldaar verblijvende, met toelating er een eigen gestoelte te plaatsen (6 Maart 1445). O.-B., bl. 65. 6. - Karel de Stoute bekrachtigt al de voorrechten die de Genueezen in zijne staten genieten en voegt er eenige nieuwe bij (Maart 1468). O.-B., bl. 8. 7. - Gezegelde brief van de Burgemeester, Schepenen en Raad der stad Brugge, waarbij zij, op verzoek van Lukas Grimaldi, afgezant van het Genueesch Gemeenebest, de voorrechten 4, 6, 8 en 9 goedkeuren en bekrachtigen, besloten in de handelskeure van 1468 van Hertog Karel den Stoute (7 Mei 1476). O.-B., bl. 65. 8. - Ambtelijk schrijven van wege den hertog van Burgondië ten behoeve der Genueesche kooplieden te Brugge, betreffende den handel in zijden weefsels en winkelwaren te Antwerpen (15 April 1485). (Perkament). 9. - De Hooge Raad van Genua, op aandringen zijner medeburgers te Brugge, vergroot de rechtsmacht der ‘Masseria’ aldaar (19 December 1496). O.-B., bl. 65. | |
[pagina 180]
| |
10. - Notariele akt vóór Meester Leenaard Hughe te Brugge, waarbij de Genuees Leenaard Gentili veroordeeld wordt om 100 gouden dukaten te betalen ingevolge zijne weigering om den masseria-tol te storten (4 Januari 1501). O.-B., bl. 65. 11. - Nieuwe voorrechten aan de Genueezen verleend door Filips IV den Schoone, Koning van Kastilië en Graaf van Vlaanderen. Gegeven te Brugge, in April 1501. O.-B., bl. 17. 12. - Zelfde Koning Filips keurt de maatregelen goed die de Hooge Raad van Genua genomen heeft ten gunste van de Brugsche ‘Masseria’. Gegeven te Mechelen, den 24 November 1501. O.-B., bl. 25. 13. - Notariele akte vóór Meester Jan Bertin te Brugge, waarbij L. Gentili veroordeeld wordt om 100 gouden dukaten te betalen, zelfde reden als hierboven (26 November 1502). O.-B., bl. 65. 14. - Notariele akte vóór Mr Jan Bertin voornoemd, waarbij Consul, raadsleden en kooplieden der Genueesche natie, te Brugge verblijvende, verzet aanteekenen tegen de weigering van L. Gentili om de masseria-taks te betalen (26 Nov. 1502). O.-B., bl. 65. 15. - Notariele akte vóór zelfden Mr L. Hughe, waarbij L. Gentili andermaal veroordeeld wordt om 100 dukaten te betalen ingevolge zijne weigering om het natiegeld te storten (17 Aug. 1503). O.-B., bl. 65. 16. - Vonnis uitgesproken door het Hof van Mechelen ten voordeele van de Brugsche ‘Masseria’ tegen Leenaard Gentili (13 Dec. 1504). O.-B., bl. 65. 17. - Uitvoeringsbevelen namens den Hertog Filips en den Raad van Brabant tegen voornoemden Gentili, waarbij hij verplicht wordt dadelijk het ‘Masseria geld’ af te geven (13 Dec. 1504). O.-B., bl. 65. 18. - Brief van den Provinciaal, den Prior en het klooster der Augustijnen te Brugge, waarbij zij oorlof geven aan de Genueesche kooplieden om hun gestoelte in zelfde kerk te verlengen tot aan het koor (31 Maart 1512). O.-B., bl. 65. | |
[pagina 181]
| |
19. - Keizer Karel, ter gelegenheid zijner plechtige intrede in Antwerpen, bekrachtigt de voorrechten der Genueezen (April 1515). O.-B., bl. 19. 20. - Vonnis uitgesproken door den Grooten Raad van Mechelen in het rechtsgeding ingespannen door den Consul der Biscayers, Gasconjers en Spanjaards, tegen Jan-Baptist Spinola Consul der Genueezen, en Antoon Rousselini Consul der Florentijnen en der Luccheezen (28 Juli 1515). O.-B., bl. 65. 21. - De Hooge Raad van Genua keurt de aanvragen goed zijner landgenooten te Antwerpen (20 Oct. 1523). O.-B., bl. 35. 22. - Verklaring eener voorloopige uitspraak door het Hof van Mechelen in het geding tusschen de Biscaysche en Genueesche naties (28 Nov. 1523). O.-B., bl. 65. 23. - Dekreet van het Hof van Mechelen in zake der uitvoering van het vonnis van 28 Juli 1515 betrekkelijk de rechten van schadeloosstelling en der natiegelden (31 Maart 1524). O.-B., bl. 65. 24. - Beslissing van het Hof van Mechelen nopens de tolgelden die de Genueezen en de Biscayers moeten betalen (8 Juli 1524). O.-B., bl. 65. 25. - Brief van den Prior der Predikheeren te Antwerpen aan de Genueesche kooplieden aldaar, betreffend hunne aanvraag voor eene zitplaats in het koor der kerk (4 Mei 1528). O.-B., bl. 65. 26. - Lettres de confirmation seruans sur les dix priuilèges de la masserie impétrez de l'empereur moderne Charles, escriptes en flameng, en date du XIII jour de mars l'an mil cincq cent trente et deux, scellez en cire rouge et signéez sur la ploye: Proest, desquelles la translation est faicte en franchois autenticquement comme s'ensuyt (13 Maart 1532). O.-B., bl. 28. 27. - Overeenkomst vóór notaris Heyns van Antwerpen, tusschen Simon Spinola Consul, en Vincentius di Negro en Paulus Doria raadsleden der stedelijke masseria aan den eenen kant, en Steven Grillo-Scaniglia aan den anderen | |
[pagina 182]
| |
kant, waarbij laatstgenoemde aanvaard wordt als lid der Masseria en zich verplicht van al de voorwaarden stiptelijk na te komen (11 October 1533). O.-B., bl. 76. 28. - Nieuwe verordeningen van den Hoogen Raad van Genua betrekkelijk het verblijf der Genueezen in Vlaanderen, de verkiezing van den Consul en de raadsleden, en tevens eene vermindering van de masseria-taks goedgekeurd (30 Mei 1536). O.-B., bl. 39. 29. - Filips de Tweede, koning van Spanje, bekrachtigt de voorrechten der Genueesche kooplieden en neringdoeners die in de Nederlanden verblijven. Gegeven te Brussel, 28 Mei 1556. O.-B., bl. 45. 30. - De Hooge Raad van Genua beslist dat in 't vervolg alle burgerlijke geschillen tusschen de Genueezen, op Antwerpsch grondgebied verblijvend, door den Consul en de raadsleden van de Masseria aldaar zullen gevonnisd worden in 1n aanleg (26 Augustus 1564). O.-B., bl. 47. 31. - Koning Filips keurt bovengemeld besluit goed (26 Maart 1571). O.-B., bl. 48. 32. - Het dekreet nr 30 wordt toepasselijk verklaard voor de Genueesche kooplieden in Brabant verblijvende (Leuven, Brussel, 's Hertogenbosch) en voor die van over de Maas (26 Maart 1571). O.-B., b). 50. 33. - Beslissing van den Hoogen Raad van Genua, waarbij zijne medeburgers, ingeschreven of niet in den ‘Libro della Civiltà’, op gelijken voet gesteld worden ten opzichte van de tolrechten der Antwerpsche Masseria (10 October 1576). O.-B., bl. 52. 34. - De Hooge Raad van Genua, op aandringen van den Consul Hieronymus Balbi en de raadsleden der Antwerpsche Masseria Hioronymus Scorza en Nikolaas Sivori, vergunt aan de Genueesche kooplieden van Keulen gelijke rechten en voorrechten (8 October en 14 November 1583). O.-B., bl. 55-57. 35. - De Hooge Raad van Genua vernietigt de keus van den Consul en raadsleden der Antwerpsche Masseria en benoemt zelve dezes ambtenaars (10 Juni 1597). O.-B., bl. 58. | |
[pagina 183]
| |
36. - De Hooge Raad van Genua, op voorstel van den Consul en raadsleden der Antwerpsche Masseria, breidt dezer rechtsmacht uit over al de Nederlandsche gouwen en keurt eenige nieuwe maatregels goed voor het innen van den masseria-taks (1611-12). O.-B., bl. 60-62. 37. - De Aartshertogen Aalbrecht en Isabella keuren de voorrechten goed der Genueezen te Antwerpen, bijzonderlijk diegene het jaar tevoren toegestaan (9 Maart 1613). O.-B., bl. 77-83. 38. - De Burgemeester en Schepenen der stad Antwerpen, op verzoek van den Consul en de raadsleden der Genueesche Masseria aldaar, verklaren de voorrechten te zullen eerbiedigen die de Aartshertogen Aalbrecht en Isabella hun verleend hebben (13 September 1613). O.-B., bl. 81.
Aan mijne eerweerdige heeren borgemeesteren, schepenen ende raedt der stadt van Antwerpen. Verthoonen in alder reverentien den consul ende raedtsluyden van de natie van Genua residerende binnen dese stadt hoe dat de avorseyde natie heeft verworven verscheyden ordonnantien, statuen ende privilegien bij de princen van dese Nederlanden geconfirmeert ende lestweruen by heure hoocheden op den negensten Meerte van desen jaere 1613 al volgende de brieven ende bescheeden daerraffzijnde, ende opdat de selve te beter zouden mogen onderhouden worden, soe heeft den supplianten raedtsaem gedocht de selve aan uwe eerweerdigheyt te communiceren, bidden daeromme de supplianten dat uwe eerweerdigheyt gelieve te deputeren eenige commissarissen die de voorschyde privilegien sullen visiteren, ende daervan aan uwen eereerweerdigheyt rapport doen, ten eynde dat den supplianten tot betere observantie van dyen alsulcke acte verleent worde als bevonden sal worden te behooren, dwelck doende &a. was onderteeckent: M. Martiny, 1613. | |
Aanhangsel.Sijn by mijne heeren borgemeesteren ende schepenen gecommitteert heeren Blasius de Besar, buyten borgemeestre, Niclaes Roecocx, schepene, ende meester Jacob Roelants, pensionnaris deser stadt, om te doen ende besoingneren volgende d'inhout van dese. Actum in collegio xiin Juny 1613. Was onderteeckent: J. Jacobeus. Daer naer gehoort der rapport der voorseyde commissarissen, mijnen voorseyde heeren hebben vercleert ende vecleren mits desen dat sy d'ordonnantien, statuten ende privilegien der natie van Genua herwaertsovere geaccordeert, soo veele als in hen is selen volgen ende observeren in conformiteyt vande confirmatie van heure | |
[pagina 184]
| |
hoocheden, in date den ixn Martii lestleden. Aldus gedaen in collegio xiii septembris 1613. Was onderteeckent: J. Jacobeus. 34. - De Burgemeester, Schepenen en Raad der stad Antwerpen ontslaan de Genueezen voor tien jaar van alle rechten op bier en wijn (30 Juni 1620). O.-B., bl. 84. Wij borgermeestren, schepenen ende raedt der stad van Antwerpen doen condt ende kennelijck allen den genen die dese lettren sullen sien oft hoiren lesen, alsoo die consul ende raedtslieden van de natie van Genua binnen deser stadt, by requeste van den negensten Aprilis inden jaere xvi achthien (onder andere) ons hadden versocht dat den tresoriers ende rentineestere deser stadt ende allen andere soude worden geordonneert hen te laten genieten den vrijdom van accyse van wyn ende bier der voorseyde stadt, waarop sekere commissarissen waren gedeputeerd om hen op de gelegentheyt vande saken t'informeren, om t'selve gedaen voorts geordoneert te worden naar behooren, soo eest dat wij der voorschreven commissarissen rapport gehoort, ende geleth zijnde op d'inhoudt der voorscrevene requeste, mette stucken daer aene gehecht, uut goeder consideratien ende om de voorschreven consul onde natie van Genua tot meerder welvaren deser stadt ende vermeerderinge van de negotiatie ende trafficq midtsgaders in respecte ende diensten die de voorschreve remonstranten verclaeren den prince by anticipatie van gelde ende anderssints den lande ende de stadt te doen te gratificeren, hebben den voorschreve remonstranten gegunt ende geaccordeert, gunnen ende accorderen mits desen, dat voorden tijdt van thien jaren naestcommende den voor consul raedtslieden ende negocianten datelyck trafficquerende, ende onder 't consulaet der voorschreve natie resorterende, met den secretaris massaro ende twee makelaers van de selve natie by de voorschreven heeren daertoe te nomineren ende te kiesen (ende nyemant anders van de selve natie) selen hebben ende genieten den vrijdom van de voorschreve deser stadts assyse van wyn ende bier, tot alsulcker quantiteyt als aen elck van hun bij de voorschreven heeren sal worden getauxeert, inden verstande altijdt, dat de voorschreve natie den voorschreven tijdt van thien jaeren geduerende alhier sal moeten houden een formeel consulaet, ende continueeren hunnen handel, negotiatie ende trafficque ende entrecours gelyck sy tot hiertoe hebben gedaen, ende selen van het effect van desen vervallen degene die den voorschreven vrijdom by communicatie van dijen aan onvrije oft anderssints souden mogen worden bevonden misbruyct te hebben, ordonnerende den voorschreven tresoriers ende rentmeestre hen daernaer te reguleren ende notitie op hunne camer te doen houden van 'tgene sij selen slyten sonder argelist. Ende des t'oirconden hebben wij den zegel ten saken der voorschreven stadt van Antwerpen desen lettren doen aanhangen, op den dertichsten dach Juni, in den jaere MDC ende twintich. Was onderteeckent op de ploye: A. Delafaille, ende gesegelt met den voorschreven segele daer onder uythangende in dobbele steerten van parcquemente. | |
[pagina 185]
| |
40. - De Aartshertogen Aalbrecht en Isabella hechten hunne goedkeuring aan hierboven staanden gunstbrief, waarbij de Genueezen voor eene tijdruimte van tien jaar ontslagen worden van de belastingen op bier en wijn (15 October 1620). O.-B., bl. 86. Albert ende Isabel-Clara-Eugenia, Infante van Spaignen, by der gratien Goidts eertshertogen van Oistenryck, hertogen van Bourgoignen, van Lotroyck, van Brabant, van Limburg, van Luxembourch, ende van Gelre, graven van Habsbourch, van Vlaendoren, van Arthoys, van Bourgoignen, van Thirol, Palsgraven ende van Henegouwe, van Hollandt, van Zeelant, van Namen ende van Zutphen, marckgraven des heylichs Rycx van Roomen, heere ende vrouwe van Vrieslandt, van Salins, van Mechelen, vander stadt steden ende landeu van Utrecht, Overyssel ende Groeningen, allen dengenen die dese onse oepene brieven sullen sien oft hooren lesen saluyt. Doen te wetene dat wy ontfangen hebben die oitmoedige supplicatie van den consul ende raedtslieden vande natie van Genua, residerende binnen onser stadt van Antwerpen, inhoudende hoe dat die vande selve natie van oudts hebben gebadt vrydom ende exemptie vande accyse vande wijnen ende bieren, waerdeur hebben zij bij requeste aenden magistrat der selver onser stadt int jaer MDC achthien versocht dat zij den tresoriers ende rentmeestre der selver onser stadt ende allen anderen souden ordonneren, hun supplianten te laten genieten denselven vrijdom, welcken aengaende is naer informatie bij de selve magistraet daerop genomen eyndelinge op den dertichsten Juny lestleden den suppliant verleent acte, daerby, den consul, raedtslieden ende negotianten datelijck trafficquerende, ende onder 't consulaet der voorschreve natie resorterende, met den secretaris, de massaro ende twee makelaers vande selve natie, is gegundt end geaccordeert voor den tijdt van thien jaeren naestcommende den vrijdom vanden voorschreven accyse van wijn ende bier tot alsulcke quantiteit als aen elck van hen bijde voorschreven magistraet sal woorden getaxeert, naer breeder inhoudt vande selve acte daeraffzijnde mits den welcken hebben die voorschreven supplianten ons seer oitmoedelyck gebeden, dat ons gelieven wilde de voorschreven acte in alle haere poincten te confirmeren ende aggreeren, ende hun tot dijen eynde te verleenen onse opene brieven van confirmatie in sulcken cas dienende, soo eest dat wij, desen aangesien ende iers hierop gehoord d'officie fiscael van Brabant, genegen wesende ter beden ende supplicatien der voorschreven supplianten, hebben de voorschreven acte in alle haere poincten geconfirmeert, geaggreert ende geapprobeert, uuyt onser sunderlinger gratien by desen onsen brieve, willende dat de selve haer volcommen effect sortere, ontbiede daeromme ende bevelen onsen seer lieven ende getrouwen cancelier ende lieden van onsen rade geordineert in Brabant, ende allen anderen onsen ende onser vassallen oft der smalre heeren richteren, justicieren ende officieren ons voorschreven landts van Brabant, ende heuren stedehouderen, dien dat eenichsints aengaen sal mogen, dat | |
[pagina 186]
| |
zij de voorschreven supplianten van desen onser tegenwoordiger gratien, confirmatie, aggreatie ende approbatie, peyselyck ende vredelyck doen ende laeten genyeten ende gebruycken, sonder hen daerinne te doen oft te laeten geschieden eenich hinder, stoot oft letsel ter contrarien, want ons alzoo gelief. Ende des t' oirconden hebben wij onsen zegele hier aen doen hangen. Gegeven in onser stadt van Bruessele, vijfthien dagen inde maent van Octobri int' jaer Ons Heeren duysent ses hondert ende twintich. Op de ploye stont: Bij de eertshertogen, ende was onderteeckent: Steenhuyse, ende gesegelt metten voorschreven segele vanden Raedt van Brabant, daeronder uythangende in dobbele steert van parcquemente. ('t Vervolgt) Remo |
|