Ik heb mijn ziele verzworen.
Zoo zeggen de kinderen soms in de biechte te Becelaere. En 't gebeurt ook dat er een 'nen ander beschuldigt b.v. in schole, al insgelijks zeggende: ‘Zuster, den-deze heeft zijn ziele verzworen’. Dit doelt op 't gebruik, dat de kinderen, de knechten vooral, wanneer ze willen met kracht en met eed iets bevestigen, hun rechteren wijsvinger geduwd houden boven op hun borst onder hun keelput alverre, en dan zeggen: ‘'t is op dadde waar’!... op hun ziel zoogezeid. Deze die liegt al dit doende, ‘heeft zijn ziele verzworen’.
L.D.W.