Een dag voor Gezelle
Op Donderdag 22n 11. is te Roeselare in 't Klein Seminarie, om het opgesteld bronzen borstbeeld van Guido Gezelle door Julius Lagae, een huiselijke blijdag gehouden geweest.
De Knapen, de Leeraars, de Overheden van Roeselare, eenige Vrienden: onder deze laatsten (van die-waren-kunnen-opkomen) Hugo Verriest, Eug. Van Oye, H. Persyn, Stijn Streuvels, Edw. Vermeulen, J. Vanden Berghe, Jul. Lagae, Al. Walgrave en anderen.
Eerst Misse, Daarbij een wijrede door E.H. Vander Espt: ‘waardoor en hoe er in Gezelle's streven is eenheid en dus grootschheid ontstaan; doordat hij, dichter zijnde, in alles aldus heeft zoeken te handelen, en wel nog bovenal als priester-dichter ten dienste van God’.
Daarna in den hof, aan den voet van het beeld, liederen en opdrachten: de Oversten aan de Leerlingen, huidige en gewezene; en wederzijds. ‘Gezelle is de Vlaming die Vlaanderen (heel Vlaanderen, verleden on heden, huilen en binnen) best heeft begrepen, daarna tot de meest-mogelijke hoogte heeft gelild. Voor onderwijs en opleiding van de jeugd zijn bij hem schatten te vinden: te liever, daar bij hem - hoe grooter hij is - de jeugd heur min kleine gevoelt, zelfs, naar het grootsche leert durven smachten en trachten. Verheugend vooruitzicht: Leeraar en Leerlingen vertoeven nu wederom dicht ondereen’.
Over eten en 's namiddags een hertelijk woord van Hugo Verriest. Mitsgaders een voordracht van Al. Walgrave die, met hulpe der Dichtoefeningen, Gezelle deed herleven als weleer in het huis-daar.
...Deugddoende oprecht, heel de dag: verkneukelend voor allen: verkwikkend en aanmoedigend.
‘Wezen wij immer alzoo blijde te moede en betrouwvol’; 't was 't besluit van Hugo Verriest.
Wilden tevens alle onze Leeraars Gezelle alzoo immer beter doorleeren en hoogschatten; wilden ze alleszins nooit (wat toch ookal gebeurd is) bij hunne leerlingen, zoeken zèlf den groote uit te hangen door nevens hen Gezelle te minderen: dit was immers licht en warmte willen, en eerst de zonne pogen te dooven.
L.D.W.