nog vóór er graven van Vlaanderen bestonden, en wel namelijk in 725, zou gebouwd zijn geweest. Anderen vergenoegen zich met de mogelijkheid eener grafelijke kapel aan te nemen, die in 1240 voor eene groote parochiekerk zou plaats geruimd hebben. Edoch, van dit alles ontbreken de bewijzen niet alleen, maar kan men uit stellig sprekende oorkonden het tegendeel vernemen.
Het spreekt vanzelf, dat de geschiedvorschers nopens Ste-Walburgakerk zich, bij gemis aan voldoende documenten, niet verder mochten wagen dan tot het opperen van redelijke meeningen. Het archief der kerk was immers niet bekend, noch in orde gebracht; van de charters, die de kerk en haar beheer betreffen, wisten weinigen iets voort te vertellen. Maar nu, dat het kerkarchief door het initiatief van den E.H. Pastoor Bernolet en door de zorgen van den H. Coppieters Stochove in zijn geheel overzien, gerangschikt en geïnventorieerd is geworden, staat voor den weetgierige de weg opengezet.
In dit archief bestaan twee, nagenoeg gelijke, en tezelfdertijd gemaakte, exemplaren van het Cartularium der kerk, geschreven in of rond het jaar 1486. Een dezer cartularia hebben wij (door de tusschenkomst van den E.H. onderpastoor Vuylsteke), voor korten tijd mogen zien en excerpeeren en met het tweede exemplaar vergelijken.
Ziehier de beschrijving met het door ons geraadpleegde boek:
Het bevat 75 folio's, gewoon perkament, ter hoogte van 33 ctm. bij 25 1/2 ctm. breed. Folio's 73 verso, 74 en 75 zijn wit gebleven. Langs voor zijn drie ongenummerde folio's, waarop de tafel der charters staat. Van folio 1 tot en met folio 68 verso, is alles in dezelfde hand geschreven, namelijk tot in het jaar 1486. Alwat van lateren datum is, werd door andere scribenten bijgeschreven, immers tot in het jaar 1592.
De oudste charter draagt het jaartal 1259; andere zijn van 1267 en 1291; al de volgende gaan van 1314 voort; de jongste is van 1592. Maar de volgorde van datum is in het