Onzen Elfsten in Hooimaand!
Wat is er toch heimelijk eigen's aan dien Elfsten in Hooimaand?
Hij ontwekt en vervoert ons, klein en groot, alle jare.
Dit jaar meer dan ooit. Meer dan ooit is hij weerom gevierd, nu immers in alle steden en dorpen van Vlaanderen: meer dan ooit met behulp van niet enkel den borger, maar ook van ons taaigespierd werkvolk en van onzen vroomkoppigen buiten. En dies ook, op zijn volk's, meer dan ooit met verkleedsels en wagens, met kwistig-door-een alle slag van herinneringen uit gansch ons verleden. Geen gestoet is 't geweest voor de kunst, maar woelig gekunst om het recht. Geen stokken meer: wapens! De vlaggen strijdzuchtiger, en de ‘Leeuwen’ duller ten klauwe dan eens.
Vlaanderen keert en verhitsigt. Dit blijkt. We weten waarom.
‘Onverduitscht! Onverfranscht!’ was de leuze.
't Is even ons wensch. Onver... - eender ook wat-, onvervreemd, onvernederlandscht zelfs! Wezen wij ‘ons’. Brugge te Groeninge streed om te zijn Brugge-vrij in een onafhankelijk Vlaanderen. Wij thans, om Vlaanderen te zijn, Vlaanderen-vrij in een onafhankelijk Belgen. Zonder Brugge was Vlaanderen verslegen. Zonder Vlaanderen moet Belgen ten onder. Wilde Belgen ons toch maar... verstaan.
En mocht Vlaanderen in al zijn geweld verstandig worden geleid.