is er nog rechten aan, wat brandt is niet versmoord,
men bouwt naar d'ouden trant met gevels en met spechten,
met bosting, boog en en strek, met windberg euzieboord,
‘de Groote Reygerie’ nu schooner als voordezen.
Doch... voor het reigerperk en jonde men geen roe!
'k Zocht op den gevelwand - daar alles moet verrezen -
het roode reigerbeeld. Men is de reigers moe.
Horand
In onze Noorderstreken waren er oudtijds nog al veel reigerijen - in fr. héronnière -. De Bo, o.d.w. haalt de reigerij aan van Westcapelle bij Sluis.
Wij mogen erbij voegen de Reygerie van Ichteghem die nog zijnen Reigerhoek bewaard heeft en zijne aloude herberg ‘De Reiger’, met zijn kunstig uitsteekberd waarop een groote reiger te prijken staat. Te Beerst heeft men nog de twee hoven ‘de Groote’ en ‘de Kleene Reygerie’. Wie weet er van nog?
De reigerijen geriefden de bewoners van het hof van allerhande visch, maar bijzonderlijk van palingen. De reigerijen, wat het getal betrof per oppervlakte der gemeenten daar ze lagen, en aangaande de ‘onnuttigheden’ enz. wierden in sommige heerlijkheden en casselrijen aan vaste wetten onderworpen.