Te wijzigen
Boven, op bl. 71, dienen de woorden kakelingen, kakeling, kèkeling, kekkeling vooraan, en wederom kakelinge op 't laatste van 't opstel, veranderd in trekkeling. Allemaal kwalijk gelezen en kwalijk gezet omdat 't kwalijk geboekstaafd was.
Wilden onze medeopstellers de eigennamen en ongewone woorden altijd in kapstaven stellen, ze zonden onzen drukker veel last ontsparen en onszelven meer stiptheid aanltorgen.