Het verouderde eis voor is breekt er nog eenmaal in door;
Voor abolicie smeedt men het woord nederlegginghe;
Een jong adjectief was toen zeker nog omligghende, waarvoor men steeds ende daerontrent placht te zeggen; circumjacentis gaf er het denkbeeld van.
Met een verschil tusschen y en ij wordt geen rekening gehouden, zomin als met zo en zoe, die met malkander afwisselen.
hulier voor hulieder is zeker wel plaatselijk taaleigen geweest; de voorgevoegde h was eene algemeene gewoonte in West-Vlaanderen.
2/ Wat de schrijffouten aangaat:
Men ziet er corroboren voor corroboreren; verschynende vander werelt voor verscheydende, hetgeen ons bewijzen komt dat de y te Coxyde toen reeds als ei uitgesproken werd; vande Vrijen; In voor Indien en alticulen voor articulen. - Missen was in 1569 zoo menschelijk als op heden.
3/ De Punctuatie is nog het oude stelsel der teekens van verademing. Komma's zijn er niet te vinden. Het slot der volzinnen heeft eene punt.
4/ Wegens de kerk van Coxijde. Deze heeft natuurlijk een Choor, maar daarbij drie Capellen en eene Voorkercke. Van beuken wordt niet gesproken; maar wel van een doxael, dat aan den ingang van den choor moet gestaan hebben, en van een helighen sacraments huus, dat in een afsteck of insprong geplaatst was. Een hoghen authaer wordt zeker onderscheiden van die der drie capellen. De toren wordt niet vermeld, hoewel de kerk drie klokken rijk was. Er waren binnen de kerk grafsteden zoowel als daarbuiten op het kerkhof.
Van den dienst der begravingen en het luiden der klokken, zoomin als van pelders en stallichten, moeten wij hier iets verders aanstippen: daarover spreekt het reglement zelf wijd en breed genoeg.
K.d.F.
April 1921.