Biekorf. Jaargang 27

(1921)– [tijdschrift] Biekorf– rechtenstatus



[pagina 81]
Aan onzen Eerw. broeder Alfons ter gelegenheid zijner plechtige Eerste H. Mis, te Oeleghem, 3-1-1921 Gij liet de rozen in de scheemring geuren En keerde' uw blik naar 't blank der leliebloem; Den trotschen wil hebt gij met stalen deuren, Geloftensterk, den weg versperd ten doem. Wat maalt gij om het wereldsch druk gebeuren Van zucht naar goud en jacht op eer en roem? Gij zaagt naar 't outer en werdt uitverkoren: ‘Dit zult gij doen tot mijn gedachtenis!’ Kwam niet de glans van Gods gezalfden gloren? Want: ‘Gij zijt priester, eeuwger heugenis!’ Gij hebt Gods Min voor al uw medemenschen, Gods heul voor hen wier ziele zucht in pijn; Uw hoog geluk, o, dat het nimmer slense, Doch immer meer zou open-bloeiend zijn! Dit woord ombindt den tuil van al ons wenschen: ‘Uw loopbaan moge vruchtbaar-stil verglijn!’ Wil vader uwen priesterzegen schenken, Aan zusters, broers, aan maag en vriend verheugd! Aan 't outer zult gij moeder, broer, gedenken. En van 't gezin de kroon zijn en de vreugd! J. Simons.