[Onzen Heere van Westcapelle]
En wat ook jammer blijkt, is van den
Onzen Heere
van Westcapelle
Een bouten stuk uit het einde van 1600, staande langsbuiten en bachten de kerk tegen het koorhoofd.
Met een lijf dat hem wrong overzijds, in doodsnood te weten; doende dus om te zijn iets dat waar was... en hebbende inderdaad ook een aanzicht ertoe: onloochenbaar een wezen geweest van ergens een boer uit de streke (een b.v. die het stuk kan hebben bekostigd).
Schoon? Misschien niet. Eigenaardig toch wel. Ook, slechts heel weinigen tijd vóórdat 't stuk is vergaan, is het tamelijk voldoende (zei de Herder van toen) afgeschilderd geweest door ‘een’ engelsche kunstvrouw.
Oud en wormsteekte echter, is 't in de handen gebleven en opzijden gegooid omtrent 1910, toen er aldaar aan eenige ‘herstelling’ gewerkt is geweest.
Vonden we nu maar die engelsche juffrouwe.
[K.d.F.]