Te Brugge op Onze-Vrouwenkerkhof
Zuid van de kerk, onder den Gekruisten Ons-Heere, nog onlangsleên stond als een bank die gemetst was: met erin alboven een gabbe, de wijdte en de breedte van een vijffrankstuk, voor al die wou geven namelijk voor armemenschen's begravingen.
Vooraan in den wand van dien bank zat er een schoon witmarmeren steentje van ongeveer een voet vierkantte. Dan op dit steentje - een achtiendeeuwsch gaan we zeggen - zag men, heel-heel vlijtig gekapt en met zwart ingeleid: een overdekte lijk baar, met eronder liggenderwijze overschrankt en door een strek vereenigd een spa en een stoetkruis; boven dit vertoog de woorden: BVSSE VOOR DE SEPVLTVRE VAN DEN AERMEN, en onder 't vertoog: ALLE VLEES IS HOY (waarna een verwijzing naar de HH. Boeken, misschien: Is. XL, 6). Alles omraamd met een licht biezeken.