Biekorf. Jaargang 26(1920)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 282] [p. 282] Duinen bij navende De oude ‘Tempel’ De navend valt op 't land der putten en der puinen, omzoomd nog hier end daar met sombre wilgenkruinen, waardoor de maan aan 't rijzen roode schelfers zicht en tusschen 't wilgental een kerk... haar romp verlicht. Als spoken staan de drummers zwart en geluw rood. Daar schieten vonken uit den donkren tempelschoot. Daar roert iets op den berm der halve koorpilaren. De mane komt het wrak der vensters bingevaren, en voor de bloote schijf dier bleekgeworden maan zie 'k vogels langgelijfd met ronde koppen staan. De mane duikelt weg in 't zwart der wilgenkruinen; 'k en zie geen drummers meer geen bouwval noch geen puinen. Mij dunkt dat in de verte een avondklokke lood. Doch eensslags in die stilte roept een nachtuil: dood. Horand. Vorige Volgende