Biekorf. Jaargang 25(1914-1919)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Heimkeer IK heb ellendig veel geleden, Omdat ik weinig heb bemind; Want hij die loochent zonder reden, In 't leven geene vreugde wint. Ik heb ellendig veel geleden, De smarte was mijn zielekind; Ze vergezelde steeds mijn schreden Langs wegen waar men tranen vindt. Want hij die 't leed niet heeft dorstreden Dat iedereen aan 't leven bindt Zal lijden en heeft reeds geleden, In onbewustheid, als een kind. *** Ik heb ellendig veel geleden Omdat door eigenwaan verblind Ik toch zoo luttel heb gebeden En niet verstond wat God verzint. Ik heb ellendig veel geleden... Ik bleef nochtans, o Heer, een kind; En nooit wat andren U misdeden, Heb ik gedaan, in passie, blind. [pagina 200] [p. 200] Want 'k ben gegaan in eenzaamheden Daar men in eenzaamheid U vindt... Hoe moer ik heb mijn wil bestreden, Hoe minder werd ik blijgezind... *** Nu waait door droeve dag van heden Om slapen mijn, geen zoele wind, En 'k staar, heel ver, in diep verleden, Mijn schreiende oogen dof en blind. Ik heb ellendig veel geleden Omdat ik weinig heb bemind... Ik zal mijn smart als brood nu kneden En door de dagen gaan als kind. Juul Filliaert. Vorige Volgende