Mengelmaren
IK lees in Biekorf, bl. 140 van 1914:
Wat mag siester zijn? (voor petrole in de streke Aerseele en Oudenaarde).
De steenolie of petrole komt uit schelfersteenen grond, in 't fransch terrains schisteux. Petrole is dus huile de schiste. In Fransch-Vlaanderen, in de streke van Cassel zegt men chijster met de fransche ch of liever de oud-saksische van 't Westland; de ij is de Westlaande zooals
G.L.
Deken De Bo, zijn leven en zijn werken, 8o LVI, 215 bl. J. Vermaut, Kortrijk.
Inhoud: Levenschets. Gedichten. Prozastukken, waaronder het gemoedelijk verhaal ‘De Pastor van Quaethem’ en de diep doordachte verhandeling ‘Over dialectische woorden en wendingen die burgerrecht verdienen in de schrijvende taal.’
De Bo, taalvorscher met zijn overheerlijk West-Vlaamsch Idioticon, dichter van zooveel kunstjuweelkens, waar zijn veerdige taal in leeft en vonkelt, man van plicht en van gezag, vlaamsch van geest en van gemoed, verdient met recht en reden het eerewoord dat op het titelblad van dit boek prijkt: een groote Vlaming.
Dit boek werd verveerdigd vooral wie zijn taal bemint, Vlaanderen hoogacht en Vlaanderens mannen viert.