De oudste lamp van Europa
WIJ hebben het wel onthouden: 't was den 5en September van 't jaar 1904, oen gulden dag, die straalde, boven het groen der heuveltoppen, die Stuttgart als in eenen trechter omsluiten.
Wij stonden daar in 't Muzeum nauwkeurig het jongsteentijdsch steengerief van het paaldorp Nüssdorf na te speuren en met onze vondsten van Pitthem en Denterghem te vergelijken.
- Verschooning, Mijnheer, weêrklonk het al met eens aan onze ooren, gij stelt wel veel belang in al die oude werktuigen.
Wij keken verbaasd op:
- Vindt gij er ook uw beschot in? vroegen wij bescheiden.
't Stond daar een struische en bloeiende jongman voor ons... Zijn pikzwart haar, zijne donkere, vonkelende oogen, de kleur en de uitdrukking van zijn gelaat lieten ons zijnen zuiderschen oorsprong vermoeden.
- Hebt gij nog hooren spreken van Don Marcelino de Sautuola van Santander? vroeg hij met opgewekte stem.
In 1904 was die man zoo bekend niet als nu; hij was ons toch niet vreemd en wij antwoordden dat wij 't een en 't ander over hem gelezen hadden.
- Wel, hernam onze Spanjaard, ik ben zijn zoon... Kom mede met mij naar mijn gasthof. Ik moet u van mijnen vader vertellen. Men komt niet elken dag menschen tegen, die in zulke zaken belang stellen.
Wij aanveerdden het voorstel.
Onder de schaduw der hoornen, door de prachtige lanen van Stuttgart, in 't licht van den speierenden zomerdag stapten wij naar het Marquardtgasthof, het eerste van de stad, dat bij de spoorhalle gelegen is en er zijnen bijzonderen ingang heeft.
Op het eerste verdiep had de Spanjaard eene rijkversierde kamer gehuurd.