Biekorf. Jaargang 25

[p. 140]

Mengelmaren

WAT mag het woord siester zijn?

In 't land van Aarseele en Oudenaarde beteekeut het steenolie en men spreekt van den siestervent, van de siesterkarre en van een siestervuur.

Zekeren morgen leerden wij dat woord kennen en in den voormiddag hoorden wij eene vrouw zeggen:

- 'k Zond zeere mijnen man achter siester.

J.S.

't JAAR 1854 waren leeraars in de school van wijsbegeerte, in 't Klein Seminarie van Rousselare:

Wijsbegeerte: M. Edward Huys, overl. deken van Poperinghe;

Natuurlijke Wetenschappen: M. Van Heule, overl. pastor van Comen;

Letterkunde: M. Bruno Van Hove, later Vicaris-Generaal;

Geschiedenis: M. Castel, overl. pastor van Pitthem;

Kerkelijke welsprekendheid: M. Faict, superior, en later bisschop van Brugge;

Dierenkunde (Zoologie): Guido Gezelle, grooter gedachtenisse. Hij gaf lesse twee uren te weke, den Maandag en den Donderdag.

Bijgeloof

OP Kerstnacht, juist te middernacht, verandert 't water in wijn gedurende één minuut.

(Vlamertinghe.)

TAKKEN van de boomen die plat en breed uitgroeien in de plekke van rond, zijn van de mâre berêen. 't Gebeurt nu dat de menschen 's nachts ook ‘van de mare berêen zijn’, en hertkloppingen en angste hebben. Daartegen neemt men een plat gegroeiden tak, hangt hem boven 't bed, en de mare is verwijderd.

(Vlamertinghe.)