Biekorf. Jaargang 23(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 343] [p. 343] Het vlaamsche Kustland Hier bruischt de wilde zee langs 't oude vlaamsche strand En stormt er tegen op, omdat 't haar houdt gevangen. Eens sloeg zij machtig door de vlakten van ons land Haar reuzenarmen uit vol steigerend verlangen; Eens joeg ze in Vlaandrens hart de driftjacht van haar bloed, Bedwelmde't met haar liefde en 't rijke menschenleven Zong heerlijk-blij en luid als 't joelen van haar vloed, Waarover booten van geluk en zware weelde dreven. Wat was 't verrukkend als de blanke zeilentocht, Waarin de winden van dit open Noorden sloegen, Dit land doorkruisen en dit volk verblijden mocht, - De zeilen die den schat der wereld herwaarts droegen. O, wat een weldaad was die liefde van de zee! Hoe joeg zij druk bedrijf in thans vervallen steden, In Houcke en Dam me en Oostkerke en Munnikenree, In Brugge bovenal, den glans van ons verleden! Hoe richtte 't volk zijn trots in 't hooge bouwwerk op Van kerk en stadhuis die, een waardig beeld dier tijden, Met blij en vrij gewuif van vlaggen hoog in top De schepen groetten die op 't water kwamen glijden! O, wat een visioen van blijheid ver en bij, Vooral bij dageraad als 't duister openwaaide, Het Brugsche Vrije opeens zijn schoonheid openlei, Het water om en om in zilverglanzen laaide, En vanen rood en wit sterk klapten op de stang, En klankenjuubling men uit torens hoorde springen In 't openschieten van den dag vol zon en zang, Wijl luide vreugden in de boomenkruinen hingen! *** Maar al die rijkdom slonk, zoodra dees Noorderstreek Den goeden, blijden slag der golven niet meer voelde, Die 't Brugsche Vrije breed met grootheid overspoelde. Nu fladdert vreemde weelde en pracht op 't Noordzeestrand. Hun wuftheid is een spot waarom ons zielen lijden; Maar hopend zien wij naar den vlakken waterrand Van Brugge's haven die ons de oude, rijke tijden [pagina 344] [p. 344] Eens weer moet brengen, en 't beroeren van de zee Moet ook deze arme stad de werkdrift wedergeven, Een leven vol en rijk en groot in vreugde en wee, Waarvan hier nog alom de gloriedroomen zweven! Arth. Coussens Vorige Volgende