Een grapje
HH. Vict. de Meyere en Leo Verkein zijn aan 't verzamelen van ‘moppen’ of grapjes; d.z. ‘finessen’ uit het volk, altijd nieuw en eeuwig oud, zooals er bij honderden verteld en herverteld worden, in almanakken b.v. of anderszins. Hun uitgave is aangevangen in Volkskunde 1912, bd. XXIII, bl. 127-141. Uit West-Vlaanderen troffen ze er minst aan. Toch leven er sommigen hier onder 't volk. Eentje is 't volgende, vernomen van een tachtigjarige buitenvrouw uit Becelaere.
‘Er was een keer een pastor, zei ze, en hij had geren entwaar naar een huis gegaan. Maar hij en wist niet waar dat 't was. En hij zag daar een jongen op 't stuk:
- Mannetje, zei bij, waar is het, zegt een keer, dat Zulkemenschen wonen?
En de jongen wees het hem aan; maar en deed het lijk maar-half-genoeg klaar uiteen... De pastor en begreep zijn uitleg niet. En de jongen ook stond met zijn klakke op zijn hoofd.
Zoo, de pastor deed het hem herzeggen, en vroeg erbij: Mannetje waar is uw klakke da'?
- Oei, mijnheere pastor, zei de jongen, 't en is geen avance dat ik u verder wijze. Als ge nog mijn klakke niet en kunt zien, dan zult ge 't ander nog minder zien!’
L.D.W.
‘'t ZIJN veel koeien die Blare heeten’ zeggen de menschen (Vgl. De Bo, o.w. ‘blaar’), als ze u willen doen verstaan, dat ge duidelijker moet aanwijzen den mensch waarvan ge spreekt.
Doch er zijn er ook veel, die anders heeten: b.v. Blomme, Vosje, Sterre, Roze, Tiger, Mane, Bruintje, Zwartje.
Wie kent er nog andere namen?
In Duitschland zouden ze dit allemaal opteekenen. Gezelle ook achtte dit alles 't zanten weerd. Maar Duitschland is verre van hier, en Gezelle is lange dood. Eilaas.
De verkens noemen we ‘oetje’, zei er mij een boerinne; maar zei ze, als een zwijn jongen heeft, me maken een beetje van de karline dertegen, en we steken dan liever van ‘moere’ ... en 't is wonder ze verstaan dien name van den eersten keer.
- Maar, zei ik daarop, en als ge zoudt zeggen ‘moere’ vóór dat ze 't zijn? Zouden ze 't dan niet verstaan?
Doch de boerin en wist het niet... ze 'n had 't nog nooit geprobeerd.
***
En aangaande van zwijns, er wordt gezeid al den oostkant van Ieper, dat 't maar de zwijns alleene zijn die den wind zien.
T. Raepaert