Biekorf. Jaargang 23(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Het liefde van den kant MIJN kantekussen is een speeltuig dat kan muziek van zuur en zoet want al die klosjes zijn lijk toetsen op 't fijn klavier van mijn gemoed; En al die blokjes blokjes vele klabettrend neerstig overhand van 's morgens vroeg tot 's avonds spelen het houten liedje van den kant. 'k Heb in mijn jeugd het woord van liefde van vele jongmans wel gehoord; ik zat te werken en ik bloosde doch spreken dierf ik niet een woord. Maar al die blokjes blokjes vele klabettrend neerstig overhand al dansend gingen aan het spelen het leutig liedje van den kant. Maar gauw mijn lente was vervlogen; toen gingen al die jongmans heen, nu zit het arm en grijs begijntje bedrukt in 't celleken alleen. [pagina 299] [p. 299] En al die blokjes blokjes vele klabettrend neerstig overhand uit medelijden zoete spelen het droevig liedje van den kant. Toch in den hemel is een bruigom die ook verlaten zielkes mint, en heb ik zondekes bedreven, mijn Jesus spare 't menschenkind; want al die blokjes blokjes vele klabettrend neerstig overhand van 's morgens vroeg tot 's avonds spelen het vrome liedje van den kant. Theo Brakels Vorige Volgende