Biekorf. Jaargang 23
(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 150]
| |
Daar elke straat leek als een gouden zonnebaan,
Als 't zomermiddag-licht er breed was in gekomen,
En door dien glans is weer de mooiste stoet gegaan,
Een heerlijk visioen om stil erbij te droomen...
Daar 't zegevierend gaan van paarden, driftig-schoon,
En klaatrende muziek de glorie vorenleiddeh
Van heilgenbeelden, om hun hoofd de stralenkroon,
Hoog schitterend in pracht na christen deugd en strijden,
Na 't willig offer van hun leven en hun dood,
Wiens tuig gedragen werd door biddende eerewachten,
Vertoonend, lief gekleed in geel en wit en rood,
De reinheid of de kracht van hunne Godsgedachten.
Daar heel de wondertocht van 't leven van ons Heer
Weer opging, na die rij van oude zinnebeelden,
Door wie Hij, duidend op zijn komst en liefdeleer,
Zijn zieners reeds beschonk met blijde zieleweelden;
Die wondertocht, begroet met juichend englenlied,
En menschenvreugd die zwol tot hosannah in 't ende,
Beweend door vrouwenklacht van mateloos verdriet
Om 't klagelijk vertoon der Passie vol ellende;
Daar 't roerend, naar gezicht van Jezus' schrijnend wee
Tot teerheid dwingen moest en meelijvol ontroeren
En door de stilte soms der dichte menschenzee
Als sidderingen van zijn grievend lijden voeren.
Tot eindlijk 't heilig Bloed in 't glanzend, gouden schrijn
Eén grootsche hymne ontving van beiaardspel en koren,
Muziek en zonnepracht, en 't breed zijn zegenlijn
Trok over 't volk, weleer door Jezus' bloed herboren....
Brugge, 6n Mei 1912. Arth. Coussens |
|