Biekorf. Jaargang 22(1911)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Dagindrukken 's Morgens HET Oosten zwemt in bleeke glinsterwemel; Zoo grijsde en blank. - Een tintelende mist!- ... In eens een helle straal die nevel splitst; En glanzend aan den hemel, De zon als een geslepen perel gletst. Het schitterlaait dooreen in waasgeschemel... Een zilvergloed thans door de luchten boort; De nevel in het licht der zonne smoort, Die, blakend blekt aan d'hemel, En uit haar flanken reesems stralen spetst. Gansch wit, een vracht van stuivendwitte zemel Vliegt door 't heelal; - als tintlend zilverstof, Dat danst op wegen in een tooverhof! - En blinkend lijkt de hemel Een spiegelvlak, die 't alles weereketst. * * * Te noene Een oven lijkt Alwaar ge kijkt, De gansche hemel; Zoo wit en hel En blekkend fel, Loodrecht op 't land, De zonne brandt Haar vlammestralen. Waar mag ze wel, Zoo hevig, fel, Die hitte halen? [pagina 330] [p. 330] De grond uitzweet Waasdoomend heet, Verhitte dampen. Langs den weg, schier, Ge kunt het vier Uit steenen stampen. De zonne gloeit De vruchten schroeit Doorlaait de dingen; Ze doet het graan Aan 't reuzlen gaan, Uit de aren springen Het flakkrend licht Het ruim doorschicht. De luchten blaken! En gansch 't heelal, 't Is mij of 't zal In brand geraken. * * * 's Avonds I. De zonne zinkt! Een klokske bidt De kleppend' avondbede; En op het land de landman bidt De muts in d'hand, - stil mede. De zonne zinkt! In rust gesust, De moêe vogels zwijgen; De bloemen als in slaap gekust; Omleeg hun kelkjes nijgen. De zonne zinkt! En stalwaarts aan, Al burlen - koeien schonden; Wijl hard-zwaar-klinkend, stappen gaan, Die rythmisch, huiswaarts donden. De zonne zinkt! Te waterkant, De wilgeboomen droomen; En 't stervend licht hun kruin omspant Met zilversluierzoomen. ............... En de avond valt......... [pagina 331] [p. 331] II. De avond daalt, verspreidend zacht, Heimlijk zijne sombre macht.... Over de aarde, in hoek en kant, 't Duister net zijn mazen spant. 't Wemelt al in schemelpracht; Donzig is de lucht als vacht.... 't Donker zwart, en over 't land, Zoomt een breede floersche band. Lijze en zalvend, vredig dalen, Stille, van de bovenzalen, Geuren, zoet en hertelavend. ............... Pinklend pralen ginder hooge, Sterren aan den hemelbooge...... Rust is 't overal en... avond.... Nieupoort Noorderwacht Vorige Volgende