Gezelliana
Aan onzen geachten en braven leermeester M. August Meersseman, en zijne deugdzame gemalin, Joufvrouw Stephanie de Jonckheere, ter gelegenheid van hunne blijde huwelijkszegening te Iseghem, den 3n Mei 1882.
Meester, 'n neemt 't niet kwalijk af
Dat uw' kinders hun verheugen
Van U blij te groeten meugen,
Met de Vrouw die God u gaf!
Nu zijt gij, het is bekend,
Door Gods leeringe, en wij weten 't,
Van God zelve, vastgeketend
In het huwelijks Sacrament.
Wij aanveerden, zoo 't betaamt,
En vereeren als verplichtend,
't Geen gij zelve ons onderrichtend
Ons zoo dikmaals leeren kwaamt.
In uw Vrouw zien wij voortaan
Heel U zelven weêrgegeven,
Ja, twee levens in een leven,
Ons eendrachtig voorenstaan.
Vader, Moeder, vroeg en laat,
Zijn wij t'huis gehoorzaam, eerend,
En gij, Meester, zijt ons leerend
Dat gij in hun plaatse staat.
Deze lessen zult g' ons nu
Nog veel beter kunnen toogen
Met het voorbeeld voor onze oogen,
Van uw' Weêrgade en van U!
't Is die reden en daarom
Dat wij blij zijn en verheugen,
Omdat wij U zeggen meugen
Dat gij zijt ons wellekom.
Welkom, Meester, welkom, Vrouw,
Welkom alle twee te zamen,
Waar één hert, al zijn 't twee namen,
't Een aan 't ander hou en trouw.
Meester leert ons immer voort,
Zoo gij pleegt en zoo wij wenschen,
Christen zijn en brave menschen,
Met den werke en met het woord!
Leedt ons, Herder, na den zin
Van uw lessen gaan wij treden,
En ook volgen op de schreden
Van uw' deugdzaam' Herderin.
Daar zijn wulven, hier end daar,
Die het arem schaap beloeren,
Trachtende uit den trop te voeren,
En de streke is vol gevaar!
Maar, zoo lange als, aan en bij
Met uw weêrga, gij zult waken,
'n Zal geen wulf één schaap genaken,
Dat hij nog zoo gulzig zij!
Slaat hem weg en lacht hem uit,
Laat ons rustig zijn en leeren,
Gij zijt ons de hand des Heeren,
Die de vrije kooie sluit!
Moog' dan God, door U vereerd,
Om U en uw Vrouw te loonen,
U met zoo veel sterren kroonen
Als gij kinders hebt geleerd.
En als 't eindlinge U en ons
Zal voor God een rustdag wezen,
Zoo verleene God, na dezen,
Elk ende een den Hemel tons!
De Kinders der Vrije Katholieke School van Lendelede.
G.G.
| |
Ter blijde indachtigheid van het huwelijk van onzen lieven meester August Meersseman met Joufvrouw Augusta Van de Casteele, dat op 26n September 1894 ingezegend werd ter kerke van Eerneghem.
Lieve Meester, laat ons melden
Hoe het dankend kinderhert,
Zwak van zin nog en van elde,
Trouw U blijft in vreugd en smert.
Lieve Meester, sedert maanden
Was uw blijde vreugdeglans,
Stervend weggezonken aan den
Zwartgeverwden hemeltrans.
Somber kwam de rouwe zweven...
Zij op U haar sluier spreidd'...
Want de liefde van uw leven
Wierd door d'Heere weggeleid.
Lieve Meester, sedert maanden
Zagen wij U treurend aan;
Uwe zuchten ons vermaanden
Wat in 't hert moeste ommegaan.
Als wij t'huis die mare meldden
‘Bidt voor Meester’ moeder zeid...
En ons beê ten hemel snelde
Vol van hoop en vierigheid.
Heil! ‘Na lijden komt verblijden’
Heeft de Heere zelf gezeid.
Hij geneest die kwam kastijden’
Is het woord der Eeuwigheid.
En zoo is het dat vandage,
Smoor en nevel openslaat,
Uw gelukzon weder daagt, en
Stralend in den hemel staat.
'k Zie heur stralen U beschijnen
Zoo verkwikkend en zoo blij,
Want in wee, in wel en pijnen
Staat een steun U weêr ter zij!
Vol genot voor ziel en zinnen,
Als een vriend voor ons en U,
Komt de vreugd de school weêr binnen
Met een lach op 't wezen nu!
Om die vreugde te bewaren
Hunne krachten samengaren
Voor uw pogen, zonder tal.
Neen, geen haagskes meer te planten
Geene ziekten meer in schijn,
Maar nu zullen uw' kalanten
Alle dage in tijden zijn.
Op het speelplein, vrij bewegen
Met de marbels of den top;
Langs de weiden en de wegen
Steken hunnen vlieger op.
En ter kerke, God vereeren
Tot een voorbeeld van de liên;
En ter schole, neerstig leeren
En zoo hunne schole bringen
Tot een toppunt van de roem!...
Ieder van ons, Jongelingen,
Weze U, Meester, eene bloem!
Met August en zijn gezin,
Minne als Moeder hooggeprezen,
Troone als echte Koningin.
Nu, God late ons schole groeien
Menig maand en menig jaar,
En uw' blijde bloemen bloeien
De Kinders der School van Lendelede.
G.G.
|
|