Roubaix (Nord).
Hier kunnen de vormen der 11de en 12de eeuwen: Ros-, Rus-, Rous-, Ro-, Ru-, Rou-bais geleidelijk teruggebracht worden tot Rôsbaki, hetwelk, te oordeelen naar Roozebeke en Rohrbach, wel aan een ouder Rausbaki zal beantwoorden.
Daarnevens vindt men ook, volgens Kurth: Front. ling, I, bl. 348: Rebais. - Dit schijnt het geval te zijn in eene oorkonde van 1201, waar een Bernardus de Resbais als getuige optreedt. Z. Van Hollebeke: L'abbaye de Nonnenbossche, bl. 81. In Biekorf, 1910, bl. 308, meende ik hier Rebaix voorhanden te hebben; doch komt de hier genoemde Bernardus voor in eene reeks getuigen, die tot het graafschap Vlaanderen behooren, en in een schrijven betrekkelijk Zillebeke, zoo dat Roubaix hier veel beter op zijne plaats is dan Rebaix.
Overigens zal deze Bernardus wel een en dezelfde zijn als deze die ten jare 1183 genoemd wordt Beruardus de Rusbes, bij Diegerick: Inventaire... des Chartes et Documents.. de... l'Abbaye de Messines, Cod. diplom. xxxix; - Bernardus de Rosbais in de jaren 1200, 1201 en 1202, bij Duvivier, II, bll. 279, 292, 296; - misschien ook Bernardus de Rusbais, ten jare 1167, in twee velschillende oorkonden, bij Duvivier, I, bll. 177, 179. In alle geval wijzen al deze teksten op Roubaix, met uitsluiting van Rebaix.
Deze aanhalingen dienen vooreerst om de aandacht erop te vestigen dat Roubaix ten minste eens - en dat in een