Ziedaar, het onderwerp, dat alzoo opgevat en gewijzigd, een kunstenaarsziel bewegen kon, en dat door een waren dichter tot een levend geheel kon opgewekt worden. Waar het stuk uitgevoerd wierd zoowel in hoogerbeschaafde vergadering als in volksfeesten heeft het door de eenvoudigheid der toestanden, door de diepe menschelijkheid der karakters, en door de weelderige pracht van het vers, den toehoorder diep getroffen. Dat is het beste bewijs dat wij een waar tooneelstuk voor handen hebben, aangezien die bijval niet bekomen wierd door melodramatische middels, moord en brand en zenuwschokkende gruwelzichten.
Is er handeling in het drama? Ja een dubbele! De voornaamste t.w. de zielenstrijd van Neri die in drie spannende toestanden verkeert: angst vóór het afscheid, wanhoop na de ontgoocheling, vrees vóór den terugkeer, drie gevoelens die bekampt worden door wulpschen zin, wraakzucht en eindeloos verlangen.
Een ondergeschikte en meer uitwendige handeling ligt in de doening van den legaat: de verleiding van den jongeling, en het verstooten van Neri te Rome. Hiermêe sluit het samenloopen der twee handelingen. Want de wederkomst van Claudius, de ontgonnen samenzwering tegen hem, zijn ongenade bij den keizer liggen buiten het drama en dienen schier alleenlijk om Claudius van kant te maken. En hierin steekt het zwaktepunt der verwikkeling.
In de tweede uitgaaf is het derde bedrijf heel nieuw en de dichter heeft erdoor op zeer voldoende wijze het afscheid aan het terugkeerbedrijf verbonden.
Het eerste bedrijf is ook merkelijk uitgebreid. Het mangelde aan verscheidenheid in de eerste uitgaaf, hier is er gevaar van langdradigheid. Er is te veel lyrisme, de handeling blijft ter plaats trakelen en wordt aangevat te ver van de ontknooping t.w.: het afscheid. Dat vader Laban aan dichterlijke gevoelens wat toegeeft, niemand zal het hem ten kwade duiden, maar Neri de zoon, Melchi de knecht, de slaven zelf zijn in het eerste bedrijf wat ziek aan gevoelerigheid. De opgaande zon op de bloeiende natuur was zoo lieflijk dat de dichter meêgesleept wierd door de opborrelende beelden die in zijn hert welden en zoo toon- en klankrijk in zijn verzen galmden. Ook, spijts groote letterkundige en zielkundige gaven blijft het eerste bedrijf het flauwste. Veel kernachtiger is het tweede bedrijf. Het derde bizonderlijk is echt levendig-dramatisch; en het laatste, in de ontknooping vooral, is hoogst hertroerend.
De karakters ook weet de dichter voortreffelijk te borstelen. Neri is wisselend en wankelend van gemoed, hij is de zondaar die valt uit zwakheid meer dan uit boosheid. De vader spreekt diepst vaderlijk, al spreekt hij wat veel - nu, in-goede mensch zijn, meermaals ook wat babbelziek. Heel aanschouwelijk staat Claudius verbeeld en meesterlijk geteekend Eliakim, de vrome ruwe jood: diepe gevoelens en botte woorden, edel hert en hard uitzicht.
Wij wenschen den Heer J. Van den Berghe een gul proficiat. Een meesterstuk is zijn parabelspel wel niet. 't Is meerook dan oen belofte, een reeds rijpende vrucht van oprechte dramatische weerde. Echte zielkunde, botsende zielenstrijd, kennis aan levende verwikkeling,