Biekorf. Jaargang 22(1911)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] West-Roosebeke DAAR heft ge weer, den heuvlentop rings om, bij 't eerste zonontluiken, zoo fier uw dikbegraanden kop, o schilderschoone korenstuiken! Beheerschend 't kaalgeschoren land, weleer een zee van korenaren, waarop nu de ochtendzonnebrand uw reuzig schaduwbeeld laat varen; hoe machtig gij herleven doet de beelden onzer strijdend' helden, gij prachtig beeld van mannenmoed nog legerend in die vlaamsche velden. Ons vaadren ook beheerschten 't land en pikten goudgetopte vruchten; doch ploeg en pik in de ijzeren hand voortijds deed Vlaandrens vijand duchten. Hier toog ten strijd' het volk van Gent zijt fier gij Roosebeeksche velden, hier lag, weleer gelegertent dit leeuwenras met Artevelde. Daar heft ge nog ten heuvlentop, eer de avondzon haar oog komt luiken, zoo naar, uw roodgeverfden kop o zwartbedegen korenstuiken! Als sneuvlend op het deemsterland, vervolgd door vreemde legerscharen, waar de avondzon in bloedgen brand uw spokig schaduwbeeld laat varen; hoe treurig gij herleven doet de beelden van ons stervend' helden in de avond van hun roem, hun bloed vergietend in die vlaamsche velden. [pagina 45] [p. 45] Ons vaadren stierven voor hun land. Doch Vlaandren maaide zelf zijn vruchten Staan we ook, voor Vlaandrens baat gekant, dat Vreemde ons eigen oogst niet vluchten. O, Goudenberg! o heilig oord! Gedenkmaal onzer vlaamsche helden; 'k schrijf op hun graf, dit roemrijk woord: hier stierf eens Gent met Artevelde. Horand Vorige Volgende