| |
| |
| |
[Bijbladen]
Bijblad van ‘Biekorf’ in Koornmaand, 't jaar 1910
De Koninklijke Kerke
‘San Giuliano dei Fiammingbi’ te RomeGa naar voetnoot(1)
NAUWELIJKS waren zij tot het Kristendom bekeerd, of de Vlamingen stichtten in Rome eene eigene kerk met gasthuis, gelijk ten andere alle kristene volken. Zij werd opgericht in 713 onder Paus Gregorius den II, toen Pepijn van Herstal onze Vlaamsche gouwen bestuurde, en toegewijd aan St Julianus den herbergzame.
Robrecht, graaf van Vlaanderen, in 1094 ter kruisvaart heentijgende, bezocht Rome en den toen heerschenden Paus Urbanus den II. Hij het ook de Sint-Juliaanskerke herstellen en begiftigde haar rijkelijk.
Keizer Karel vereerde haar in 1536 met een bezoek; hij liet er eene milde gift achter, gelijk het vermeld staat op een marmeren gedenksteen links aan den ingang.
In 1675 werd zij geheel en gansch herbouwd in griekschen trant door Niklaas Van Haringhe, van IeperenGa naar voetnoot(2). Kunstschilder Willem Kent versierde in 1715 het gewelf met een verheerlijking der H. Maagd, omgeven met de wapenschilden van Vlaanderen, Brugge, Gent en Ieperen. Keizerin Maria Theresia schonk haar in 1734 den eeretitel van ‘Koninklijke Kerke’.
| |
| |
Alzóó is zij tot den dag van vandage nog vrij goed bewaard gebleven, versierd niet eene reeks prachtige grafzerken, als die van Gravin de Celles (1828), een kunstwerk van den beroemden beeldhouwer Mattheus Kessels, van Maastricht, die van Vrijheer De Marches (1849), van Vrijheer Prisse (1855) enz. Boven aan de ingangdeur prijkt het bronzen standbeeld van St Juliaan, in krijgsmanskleedij, met volgend opschrift:
Ecclesia S. Juliani Hospitalis FlandriaeGa naar voetnoot(1).
Intredend in het lieve kerkje, staat men een wijl onder den indruk zijner eigenaardige bekoorlijkheid. Een gevoel van eerbied en ontroering overweldigt u bij het betreden van dit gering toch dierbaar plekje vaderlandschen grond, sedert twaalf eeuwen door onze voorouders trouw bewaard, steeds door de Vlaamsche pelgrims eerbiedig bezocht, en waar zoovelen hunner de laatste rustplaats mochten vinden.
Een sierlijk geschilderd raam prijkt boven het middenaltaar, voorstellend St Jozef met het Goddelijk Kind op den arm, gift van prins de Chimay, Belgisch afgezant bij den H. Stoel (1848). Genoemd altaar werd gansch in marmer vernieuwd dank aan de milddadigheid onzer
| |
| |
eerste koninginne, Maria-Louisa van Orleans, en gewijd in April 1845, door Z.D.H. Kornelis van Bommel, Bisschop van Luik.
Het kerkje heeft den vorm van een puntboog, met drie altaren: het middenaltaar aan St Julianus toegewijd; ter linkerzijde het O.L.V. altaar, waarboven eene kleine schilderij prijkt van O.L.V. met 't Kindeken Jezus, en boven in het gewelf eene beeltenis der Maagd van Gent; ter rechterzijde, een altaar St Pieter en St Paulus ter eere, en bovenaan de Maagd van Brugge. Tusschen deze twee altaars, in het gewelf aan de ingangdeur, ziet men de Maagd van Ieperen.
Deze muurschilderijen werden er samen met andere herstellingen toegebracht onder het rektorschap van wijlen Mgr de Neckere, Aartsbisschop van Melytena, in 1864. Bezijden het middenaltaar, weerskanten van de kommuniebank, rijzen twee prachtige zuilen omhoog, in rood gestreept marmer. Vloer en muren zijn bezet met talrijke graf- en gedenksteenen, waaronder die van Mgr de Merode, wapenminister van Pius den IX, begraven op het ‘Campo Santo dei Tedeschi’ nevens Sint-Pieter; van Andries De Muynck van Brugge, geschiedschilder (1813); van voornoemden beeldhouwer Mattheus Kessels, van Maastricht (1836); van Jacobus Sturm, beroemd schilder (1844), evenals van Jan Maes (1856) van Gent, enz.
Links van het kerksken heeft men den ingang van het godshuis der arme Belgen. Boven de deur leest men volgend opschrift, in een marmeren muurplaatGa naar voetnoot(1) gegrift:
Dom. ven. Eccles. Reg. Nat. Belgicae
S. Juliani
Fundata Primum An. Chr. DCCXIII
Aucta An. MDCCXIII
Commodiori Aditu Donata An. MDCCCLVGa naar voetnoot(2).
| |
| |
Daar mochten vroeger de Vlaamsche pelgrims drie dagen en drie nachten verblijven en kosteloos levensonderhoud genieten. Met de omwenteling van 1789 waardoor onze Belgische gouwen het Oostenrijksch dwangjuk afwierpen, wilde dit land genoemd voorrecht voor zijn eigen volk behouden.
Buiten Sint-Juliaan van Vlaanderen bezaten de Vlamingen en de Hollanders te Rome nog andere stichtingen, namelijk het Campo Santo dei Tedeschi (oude schola Francorum)Ga naar voetnoot(1), de kerk en het gasthuis van Santa Maria dell'AnimaGa naar voetnoot(2), de Sint-Norbertuskerk met 't gesticht in de via Quattro FontaneGa naar voetnoot(3); doch deze stichtingen hebben zij in de handen der Duitschers, Oostenrijkers en Italianen zien overgaan. Daarover later meer.
Tijdens de Fransche Omwenteling kwam de Romeinsche Akademie van S. Lucas in bezit van Sint-Juliaan van Vlaanderen. In 1828, toen een concordaat gesloten wierd tusschen de Vereenigde Nederlanden en den H. Stoel, werd de opnieuw ingerichte provisorsraad weer eigenaar van
| |
| |
kerk en godshuis, doch dit laatste ging van toen af verhuurd.
De eerste rektor van Sint-Juliaan van Vlaanderen was de E.P. Lamarche, der Predikheeren, wien het ongelooflijk, veel moeite gekost had om onze kerk terug te krijgen uit de gretige handen der Italianen. Eere aan hem! In 1837 werd de E.H. Claes, onderpastoor van Sint-Goedele te Brussel, aangesteld om hem op te volgen, doch zijn ziekelijke toestand belette hem de verre reis naar Rome te ondernemen. Mgr Aerts, de latere deken van 't kapitel van Mechelen werd in zijne plaats genoemd. Hij verbleef te Rome van 1842 tot 1847, en stichtte daar na twee jaren verblijf een Collegium voor Belgische geestelijken in Sint-Juliaan van Vlaanderen; in 1846 bracht hij het over naar een oud klooster van Zusters Sacramentienen, rechtover het Quirinaalpaleis, heerlijk gelegen, en waar het tot den huidigen dag voortbloeit in eer en roem.
E.H. Van den Broeck, van Beggijnendijk, verving hem als rektor van Sint-Juliaan tot in 1849, in welk jaar hij zijn ontslag gaf om gezondheidsredenen. Mgr de Neckere, van Brugge, volgde hem op in dit ambt, hetwelk hij gedurende 52 jaar eervol bekleedde. Hij was tegelijk schatbewaarder der kerkfabriek van Sint-Pieter en voorzitter van het Vatikaansch Seminarium. Dank aan hem en aan zijnen vermogenden vriend Mgr de Merode, geheim aalmoezenier van Z.H. Pius den IX, wierd het Sint-Juliaanskerkje, rijkelijk hersteld en versierd, een echt juweeltje Belgie waardig. Mgr de 't Serclaes, voorzitter van het Belgisch Collegium, en Mgr de prins de Croy, de huidige deken van Bergen, oefenden een tijd lang het ‘ad interim’ uit, tot Mgr Vaes, doctor in de Wijsbegeerte, licentiaat in de Godheid en in de Geschiedkunde, hen weldra voor goed opvolgde als rektor van het Belgisch Nationaal gesticht Sint-Juliaan van Vlaanderen. Onder zijn ieverig bestier wierd onze vaderlandsche stichting op korten tijd opnieuw de kern der Belgische kolonie te Rome. Het aloude broederschap van St Juliaan, in 1444 gesticht en dat verscheidene Pauzen, Keizers en
| |
| |
Koningen onder zijne eereleden telt, herbloeideGa naar voetnoot(1). Een nationaal studiehuis kwam zich daar alras bijvoegenGa naar voetnoot(2). De verleden jaar gestichte studiekring van den Z. Joannes van Ruysbroek, onder voorzitterschap van den geleerden Vlaamschen Benediktijn Mgr Lorenzo Janssens, vestigde dadelijk zijnen zetel in het herbergzame Sint-Juliaan en hield er den verleden winter schitterende algemeene vergaderingen, door de Romeinsche dagbladen steeds met lof besproken. In een woord, ons Belgisch gesticht Sint-Juliaan van Vlaanderen, dank zijnen jongen onvermoeiden rek tor Mgr VaesGa naar voetnoot(3), is eindelijk na twee eeuwen kwijnens tot een nieuw leven, eenen heerlijken bloei geroepen, midden 't Oude, Eeuwige Rome.
Wij laten hier de volledige reeks volgen der opschriften die in onze nationale kerk te vinden zijn: zij vormen reeds op hun eigen eene heerlijke bladzij geschiedenis.
Voorop echter een korte lijst van bronnen niet een woord over het archief van Sint-Juliaan.
| |
Bronnen:
V. Forcella = Iscrizioni delle Chiese... di Roma (1873). |
Galletti = Codices Vaticani, 7916, Inscriptiones Romanae. |
Nibbi = Roma nel 1838, bl. 275. |
Moroni = Dizionario storico Ecclesiastica, XXIV, bl. 238. |
| |
| |
O. Marucchi = Archeologia Cristiana (Le Chiese di Roma). |
A. Rufini = Guida di Roma, bl. 419. |
Lafontaine = Rome, Ie deel, bl. 450. |
De Bleser = Rome et ses monuments, IIo deel, bl. 96. |
Rond den Heerd - De Vlamingen te Rome, Ve jaargang, 19n Maart. |
Van het Archivium van Sint-Juliaan, dat er berustte tot in 1808, ging eilaas veel en van 't oudste spoorloos verloren. Toch bestaan er nog heden hoogst belangrijke oorkonden uit de laatste eeuwen. Buiten tal van rekenboeken vermelden we met voorliefde het pelgrimsboek, waarin de namen voorkomen van al de landgenooten die gedurende de XVIIe en de XVIIIe eeuwen de gastvrijheid genoten in het Hospitium. Gewoonlijk wordt erbij opgegeven hoeveel dagen zij er verbleven en wat er voor hen werd verteerd. Het ledenboek van 't Broederschap is eveneens van het hoogste belang.
| |
Volledige reeks
der opschriften op muur, vloer, gewelf, altaren, grafzerken, vensterraam, enz.
| |
Ingang.
A. - Boven de poort.
I. |
Op het gewelf: muurschildering = De Maagd van legeren: HYPRAE. Daaronder wapen - Zwarte leeuw op gouden veld. |
II. |
In den muur: Marmeren gedenksteen.
Templum hoc et xenodochium
Flandricae gentis pietate
Divo Juliano
Anno salutis DCCXIII dicatum
A Roberto Flandriae Comite
Restitutum censuq. adauctum anno MXCIV
Sedente Eugenio IV solemni ritu consecratum
In splendidiorem formam anno MDCLXXXI redactum
Provisores
Solo. Marmoreo. sterni. curarunt
Anno Domini MDCCLXXXVGa naar voetnoot(1).
|
| |
| |
B. - Links aan den ingang.
III. |
In den muur: Marmeren gedenksteenen.
Honori/ Mariae Theresiae Austriac. Imperatr./ quae Anno/MDCCXXXXIIII/ Aedem hanc/ Regio titulo decoravit. |
IV. |
Memoriae et liberalitati/ Aloisiae Mariae Aurelian./ primae Belgarum Reginae/ quae Mariae Theresiae Imperatr./ magnae aviae suae virtutes/ et erga regiam hanc aedem pietatem referens/ ad aram maximam a solo amplificandam/ pecuniam contulit/ Curatores aedis O.G.Q.A.E./ An. Chr. MDCCCLI. |
C. - Rechts aan den ingang.
V. |
Quod Carolus V Gandavensis/ Romanorum Imperator semper augustus/ huic ven. sodalitio/ ac hospitio S. Juliani nationis Flandricae/ nomen suum profiteri dignatus fuerit/ Romae commorans/ ut sacra passim limina inviseret/ et in gazophilaceo hujus ecclesiae/ non parvam summam argenteam fidit./
Anno rep. sal. MDXXXVI - XIV kalen. Maii/. Similiter apparatu solemni/ Exc. D. Com. de Gallas orat. Caesareo et Cath./ Ecclesiam et Xenodochium invisit/. Die VIII Novembris MDCCXVIII.
Ejusdem sodalitii nationales/ in tanti decoris monumentum/ grati animi ergo posuere./ |
VI. |
Restaurata a fundamentis/ sumptibus hereditatis Bo-Mem-/ Nicolai Aringhi/ a provisoribus S. Juliani/ Flandricae nationis./ Anno salutis MDCCXVGa naar voetnoot(1),Ga naar voetnoot(2). |
| |
Middenaltaar.
A. - Altaarblad.
VII. |
Cornelius Van Bommel, Episc. Leodien. Altare hoc solemni ritu consecravit. Idib. April. MDCCCXLV. |
B. - Daarboven.
VIII. |
Geschilderd vensterraam = S. Jozef en 't Goddelijk Kind. - 2 Engelen met de wapens van Belgie en Chimay.
Princeps de Chimay Legatus Romam missus anno MDCCCXLVI ut Illustr. Pio IX Pontifici M. in Sacram Sedem recens erecto/ Belgarum nomine congratularetur hoc suae suorumque civium pietatis monumentum in divi Juliani sacello consecravit. |
| |
| |
C. - In den muur, links.
IX. |
Prachtig graf = Schilderij = de H. Maagd met 't Kindeken Jezus. - Marmeren beeld in liggende houding.
Expecto donec veniat immutatio mea./
Albert-Florent-Joseph Baron Prisse/ Lieutenant Général, Adjudant Général du Roi des Belges, ministre d'État, etc./
Né à Maubeuge, le 24 Juin 1788, décédé à Rome, le 22 Novembre 1856/. Ses restes mortels sont inhumés dans cette Église/.
R.I.P. |
D. - Muur, rechts.
X. |
Marmeren borstbeeld.
Piae Memoriae
Henrici Fernandis Joannis Carolus/ Belgarum Regis ad Pontificem Maximum oratoris/ Obiit XIII M. Aug. An. Chr. MDCCCLXVII/ Mortales eius exuviae in hoc templo tumulatae/ resurrectionem expectant/.
Josepha conjux et Joanna filia/ conjugi ac patri benemerenti/. Mon-Pos-/.
R.I P. |
E. - Vloer, onderaan het middenaltaar.
XI. |
Grafsteen.
A. XP. Ω.
Cineribus revicturis et memoriae/
Prosperi-Eduardi Noyer Bruxellensis/ viri religione moribus usu rerum spectatissimi/ Ordinis Leopoldiani equitis/. Belgarum regis Leopoldi I apud S. Sedem et M. Hetruriae ducem/ per annos X Legationi a consiliis/ defunctoque Romae regio oratore Excell. Com. Vandensteen/ praepositi ad interim negotiis gerundis/ quae dum ipse naviter adgreditur/ acerbo mox funere interceptum/ luctu ìngeminato boniomnes prosequuti sunt/. Vixit annos XXXIX obiit die XXVIII Junii MDCCCXLVI/.
Qui legis pius bonas ei proces precare/.
(Wapen van Belgie.) |
XII. |
D.O.M.
Nicolaus Aringus de civitate Ipri in Flandria Inferiori/ Ecclesiae S. Juliani Nationalis in Longevo Urbis domicilio/ provisor decanus/. Morum probitate ac pietate eximia erga eam affectus/ non dum altare majus ingenti sumptu vivens/ construxit ac levigatis lapidibus ornavit/ sed ipsam Ecclesiam in opulento asse summa affectioni/ universalem instituit heredem.
Die XXX Aprilis anni MDCCV in Domino ultimum diem clausit/. |
| |
| |
|
Ante aram ejusdem altaris cupiens/
ut vivens dixit/ ipsius ossa ad finalem resurrectionem in pace custodiri/. Provisores confratres/ pio ac benemerito benefactori grati animi posuere/. Die XXV Octobris MDCCXIIIGa naar voetnoot(1). |
| |
O.L.V. altaar.
A. - Linkerzijde.
XIII. |
Op het gewelf = De Maagd van Gent: GANDAVUM. Daaronder = B.M. Virgini D.D. Boven het altaar: schilderij = O.L.V. en 't Goddelijk Kind. |
B. - Links.
XIV. |
Tegen den muur = Borstbeeld. Daaronder:
D.O.M.
Winocho de Valle filio Q. Caroli de Bergh S. Winocci/Ga naar voetnoot(2) dioc. Ipren. in Flandria in Urbe vitriario/ qui inter alia legata reliquit huic Eccl/ S. Juliani Nationis Flandriae loca quatuor/ montium S. Bonav. cum onere celebrandi triginta/ miss. cum alia missa cantata die VI Novembris/ in honorem S. Winocci duoq. Anniversaria/ quo l.t.Ga naar voetnoot(3) anno in perpetuum. Obiit Romae AN./ Dñi MDCLXIII die XVII Septembris aetatis/ suae XXXXVIIII.
Andreas Hagha consvbrinus hoeres/ et benemerens posuitGa naar voetnoot(4).
(Wapen.) |
XV. |
Onder bovenstaande - Kleine wit marmeren plaat.
D.O.M.
Ter gedagtenis van
Andries-Pieter-Victor De Muynck,
Historie-schilder,
Geb: te Bruggen in Vlaanderen,
Overl: in Rômen den XIV Maart MDCCCXIII,
Oud LXXV Jaaren, VIII Maanden en XIX Dagen
Zijne stadgenooten
Richten Hem deesen graf-steen op.
R.I.P.
|
C. - Rechts van het O.L.V. Altaar.
| |
| |
|
wit marmeren beeld in liggende houding. - Daarboven: een engel die wenkt = De grafzerk in zwart gespikkeld marmer. Daarop:
L'enfant qui l'a précédéé
L'appelle au séjour de
L'éternelle paix.
Hic jacet
Ludovica Philippina Seraphina Felicitas de Timbrune-Valence Comitissa de Celles.
Filia uxor mater optima/ pietate in Deum atque homines spectatissima/ quam maritus Guillelmi I Belgarum regis/ cum omni potestate ad S.S.Ga naar voetnoot(1) extra Ordinem legatus/ itineris sociam sibi adsciverat/. Hanc praematura mors coniugi filiisque duabus/ Pulcheriae atque Antoninae carissimis/ eripuit Romae die Januarii XIII anni MDCCCXXIIX/ dum ille explendo destineretur conventionis negotio/ quam de Rebus Belgii Catholicis/ die XVIII Junii antecedentis annis jam pepigerat/.
Nata erat Lutetiae Parisiorum Die XXIX mensis Junii/ anni MDCCLXXXVII.
Uxori piae concordi dulcissimae/ A.P.F.G. Comes de Celles Bruxellensis/ Ordinis Leonis Belgici commendator/ (W.) comitiorumque Belgicorum Provincialium suorum suf- (W.) fragio assessor absoluta jam Legatione/.
H.M.M.P. |
| |
S. Pieters & S. Paulus' altaar.
A. - Rechterzijde.
XVII. |
Op het gewelf = De Maagd van Brugge: BRUGAE. Daaronder = D.D. Petro et Paulo. Boven het altaar: schilderij = S.P. en S.P. |
B. - Links.
XVIII. |
In den muur = Groote marmeren plaat:
Anno Christiano MDCCCLXVI
AEdem Juliani Patroni instauravit/ Ad novum decus revocavit
Gens Belgica Romae consistens/ Parietes columnas parastatas >
opere tectorio formam et duritiem/ Marmoris referente locitavit
Felix de Neckere Antistes urbanus/ Protonotarius Apostolicus
praepostus/ Fornicem picturis et inauratis/ Ornatibus illustrandamv
Bases marmoreas columnis supponendas.
Curarunt:
Henricus Carolus Regis Belgarum/ ad Pontificem } neocori
Maximum orator, Franciscus-Xaverius de Merode/ } neocori
Archiepiscopus Melitenensis, Pontificis Maximi ab } neocori
eleemosiinis/ Felix de Neckere antistes urbanus Petrus } neocori
Sacré a cubic-Pont-Max/ Ludovicus Bruls Eques } neocori
Leopoldianus/ Franciscus Terwagne Belgii in Urbe } neocori
consul. } neocori
|
| |
| |
XIX. |
Daarnevens = Borstbeeld. Blauwe grafsteen.
>D.O.M.
Joannes Museur/ Gente Belga domo Cameracensis/ H.S.E/.
Vir si aetatem spectes emeritus plura meritus si virtutem/
Hujus Ecclesiae et domus Sancti Juliani/ annis LV rectorem egit/
Hoc est/ fide tutorem cura patronum amore perpetuo patrem/
Testes appello testamenti tabulas/ quibus ipse non alium haeredem/
Nisi illam/ quam vivens semper defendit promovit amavit/
Moriens scripsit/: Haec ejus per annos LXXXII acta vita/
Haec anno Dñi MDCLXVIIII obita mors fuit/ Utriusque/
Hoc monumentum/ Loci administratores/ Optime merito/.
P.P. |
XX. |
Verders, tusschen biechtstoel en 't S.P. en S.P. altaar =
Mem. hanc confratris benem.
Ne attritu penitus intereat
Heic-poni-cur- A.C. MDCCCLXV.
Aed. Hui. Cur.
|
XXI. |
Daaronder:
D.O.M.
Georgio Carpentier/ Mercatori Flandro animi/ Candore gratiam morum/ Comitate famam libera/ litate benevolentiam/ Et apud exteros conse/cuto tertio nonas/Octobris MDLXXV/ Ex humana vita ad/ aeternam domum/ remigrato/.
(Wapen: 3 sterren, 3 haken.)
Societas hospitalis Sti/ Juliani natioñ. Flandren/ Provisori suo memoriae/ Legati annui decem/ Aureorum sibi relicti/ Ex testamento posuit/
Vix. Anni XXVIII. |
C. - Rechts van 't S.P. & S.P. altaar.
XXII. |
Borstbeeld.
N. Vanaringhen
Iprensi
Dicto Aringhi. B.M.Ga naar voetnoot(1)
|
XXIII. |
Daaronder = Wit marmeren medaljon met kop.
Jacobo Sturm D.O.M. Pictori Belgae 1809 + 1844
Sodales posuerunt (Tuerlinckae-Bottemanne) |
| |
| |
XXIV. |
Daaronder = Blauw marmeren plaat met beeltenis.
A. XP. Ω.
Joannes Baptista Maes Gandavensis
Vir pietate in Deum et erga proximos/ spectabilis pictor egregius hui. eccl. prov./ ob Romae VII Aprilis A. Chr. MDCCCLVI vixit A. LXI. M. VII. D. XXIII.
R.I.P.
Ne sod. Mem. intereat prov. sod. PP. |
XXV. |
Er nevens = Wit marmeren gedenksteen: in 't midden, een engel. Rondom:
In sinum Abrahae Angeli deducant te.
Te XP. in Pace.
Ludovicum Karol. Baronem de Marches/ Domo Scoppach in Luxemburgen Belg./
AEtatis - An. XXVII Romae interceptum/ Die XXI mensis Augusti MDCCCXLIX. |
XXVI. |
Daaronder = Wit marmeren plaat, versierd met kruis en leeuw.
Francisco Xaverio de Merode
Archiep. Melitenens./ Pio IX a sacris militiis/ ob ardens religionis studium Obsequium in Petri Sedem/ Animi magnitudinem/ Ardua quaeque aggredientis Et ad largitatem usque benefici/ Admirationem omnium/ Amoremque promerito. Curatores AEdis hujus/ collegae suo ab annis XXV/. Anno quo desideratus est MDCCCLXXIV/ Honoris et memoriae/ caussa.
A. XP. Ω. |
XXVII. |
Ferdinando Delvaux/ Bruxellensi/ vix. aun. XXXIII mens II dieb. XIV Amico dulcissimo et contubernali/ Verstappen - de Meulemeester -/ De Potter - Suys - Plaisant/. Belgae. PP./ Depositus Bononiae/ IV kal. Octobr. MDCCCXV. |
| |
Kerkvloer.
A. - Middenrij.
XXIIX. |
D.O.M.
Hic jacet Joannes Delavael/ Flander Berghi Sancti Winoci/ Hujus hospitalis pro tempore/ Provisor obiit XX Septembris/ Au. Dñi MDCLV AEtatis suae LII/ Cujus anima req. in pace/ Winocus Delavael ex fratre/ nepos posuitGa naar voetnoot(1).
(W.)
Daaronder = Afbeeldsel van 't Vagevier. |
| |
| |
XXIX. |
D.O.M.
Sepultura S.D. Danielis Caesar/ de Flandria qui obiit a. DNI/ MCCCCLXXIIII die ultima/ DecembrisGa naar voetnoot(1).
(W.) |
XXX. |
D.O.M.
Sepulcrum venerabilis viri/ Domini Mathiae Horenboort de/ NovoportuGa naar voetnoot(2). Pbri. Rectoris/ parochialis Ecclesiae Sanctae/ Catherinae - extra oppidum de/ DamGa naar voetnoot(3). Qui obiit anno Dñi/ MCCCCLXIII, die IIII/ mensis septembris.
(Kelk.) |
B. - Linkerzijde.
XXXI. |
Midden.
Vene. Viro D. Antonio/ Espavault de Lutosa/Ga naar voetnoot(4) Proth. Apost. et Cano./ Cameracen. qui praeter/ suor. spem imatura/ morte migra. ad superos/ Prid. Ascen. Dñi/ An. D. MDLXIX.
(W.)
Henricus Du Bois/ Physicus. Cano. Camera./ Hujus Eccae Provisor/ Confratri dulcissimo/ Instâte - D - Henrico De/ Rover Flandro/ Coexequutore. ponen./ curavit. XVI Septe./ |
XXXII. |
Hic jacet veñ. vir. Do. Michael./ Amici de Aldenardo Decanus/ Eccliae Beatae Mariae Antverpieñ./ Cameraceñ. Dioc. Canonicus/ Tornareñ. decretor. doctor ac/ abbreviator de parco maiori/ Qui obiit die sexta mensis Junii/ anno MCCCCLXXIGa naar voetnoot(5).
(Figuur.)
A. XP. Ω. |
XXXIII. |
Links.
Quiescit heic in pace/ Martinus Verstappen/ Domo Antverpia/ Egregius aetatis suae pictor/ Eques Gregor. et Leopold/ Hic an. XXX fuit ex curatoribus hui. aedis/ et pie obiit Romae/VIII D. Jan. An. C. MDCCCLIII. |
| |
| |
XXXIV. |
✠
Heic in pace XTI/ quiescunt/ ossa revictura/ Joannis Jos. M. Dael/ Civ. Gand./ qui veteri/ ingravescente morbo/ Romae pie obiit/ D - XIV Apr. A - MDCCCLXIII/ N. Gandavi A. MDCCC/ D. XXII M. Jan.
Suo ac haer. nomine/ Judocus Delehaye/ civ Gand. eq. Torq./ Q. praeses. consilii/ legumlatorum A. populo/ Uxoris-fratri
M.P. |
XXXV. |
D.O.M.
Bis duo cum fuerant/ loeto mihi lustra peracta/ infausto patrium/ sidere linquo solum/ Romam adeo nonum vix/ luna repleverat. orbem/ mors nimium properans/ me rapit hic jaceo/
(Toren: helm eens ridders).
Livino Pels ex optimatibus! Sirixee insignis Selandie/ Oppidi prognato. Qui esse desiit/ XXVI Julii MDXX/
Sorores-Moest-Posue. |
XXXVI. |
D.O.M.
Pompeo Hiele immatura/ morte prerepto vixit/ mens. XVII dies XV/ Obiit die XXIIII/ Octobr. MDLXXIII/ Petrus Hiele/ modernus provisor/ hujus hospitalis/ fllio charissimo/Ga naar voetnoot(1).
P.C. |
XXXVII. |
D.O.M.
Hic jacet sepulta/ Dña Joanna/ Deeckens compars/ Dñi Egidii/ Vanderlende quae/ obiit anno/ Domini MCCCCIC/ Die XV mensis/ JuniiGa naar voetnoot(2). |
XXXIIX. |
Rechts.
A. XP. Ω.
Piae memoriae/ Vincentii La Marche/ Domo Hasselt Dioces. Leod./ Magister ex Ord. Praedicator./ Curator hui AEdis per an. XVIII/ Ob. VI non. Jul. an Chr. MDCCCIL/ AEtatis LXIX rel. prof. XLV/ Franciscus Terwagne/ cum uxore Elisab. La Marche/ et sodalib. cur hui AEdis/.
G.A.E. Mon. pos. |
| |
| |
XXXIX. |
Piae memoriae Petri Monami/ ✠ A. piet, cultor. inter cur hui aed./N. in Reckheim. pr. Limb./ ob. Rom. an MDCCCLVII D. II Jan./ Hui Aed. cur.
M.P. |
XL. |
D.O.M.
Martino Cornelio/ et Nicolao Nilis quos/ fati necessitas eodem/ fere tempore et aetate/ eripuit (W.) Livinus et Joannes/ De Tot fratribus/ soli superstites moerentes. P/M.D.I/.Ga naar voetnoot(1) |
IXL. |
D.O.M.
Sepultura Oliveri De Busco/ mercatorisGa naar voetnoot(2) hujus hospitalis/ provisoris/ Obiit die prima mensis/Septembris/ anno MCCCCLXXXVIII/Ga naar voetnoot(3) cujus anima requiescat/ in pace. (W.) |
IIXL. |
D.O.M.
Sepultura Joannis/Lauweriens/de Brugis/ in Flandria oriundus/Ga naar voetnoot(4).
(Blazoen: 3 zwanen, 2 sterren, meiboom, roos). |
C. - Rechterzijde.
IIIXL. |
Midden.
D.O.M.
Bernardus Valtierus Iprien/ de civitate Berghi S. Winochi/Ga naar voetnoot(5) Provisor decanus/ congregats voto decoratus/ hoc monumento/ propriis sumptibus dum vixit/ sibi constructo/ hic in Domino requiescit/ supremum diem expectans/ obiit aetatis suae/annoru. LXXX anno MDCCX.
(W.) palmboom. |
VIL. |
D.O.M.
Sepulcrum nobilis et egregii viri/ Magr. GerolfiGa naar voetnoot(6) De Hole utriusque/ juris doctoris de Gandavo/ qui obiit anno Domini MCCCC/ XLIX die VIII mensis Junii/ cujus anima requiescat in pace.
(W.) |
| |
| |
VL. |
✠
Sub hoc lapide/jacent mortales exuviae/ Henrici Carolus/ civ. Antverp. or/ Belg. reg. Leopoldi I ac II VII ann. spatio/ ad Pont. Max, orat./ Leop. Belg. et alio ordd./ Eq. Torq./ B.M.V. Imm. Conc. Lusit/ ac Coustantin. Neap./ mai cruce insign./
Repent. morbo correptus/ Aquis in Sabaudia/ ob. d. XIII m. Aug./ an. Chr. MDCCCLXVII/Josepha-Baron-Daelman/coniugi B.M. Mon. Pos.
R.I.P. |
IVL. |
Links.Ga naar voetnoot(1)
D.O.M.
Carolo Van Huerne/ nobili Gandensi jur. U. doctori/ Qui dum ex Aphrica reversus/ in Patriam reditum pararet/ Febri correptus in Urbe/ moritur 26 Sept. an 1576
(Wapen = 3 vogels, helm eens ridders).
Rond den grafsteen.
O fallax hominû spes o fiducia vana/
Rebus in humanis figere velle pedem/
Mens hominû posito metitur tempora fine/
Sed Deus arbitrio temperat illa suo/
Vixit annos 23. d. 29.
Mem hanc temponiur prope deletam/
Maria Bar. Gilles de Pelichy Van Heurne/
Urbem visitans A.C. MDCCCLXV renov. cur.
|
IIIL. |
D.O.M.
Hic jacet venerabilis vir Magr./ Joannes Jacobus de Loo/
Scriptor litterãm apostolicãm/ cantor ac canonicus/
Ecclesiae sancti Petri/ CasletensisGa naar voetnoot(2). Qui obiit die III
Julii, anno Dñi MCCCCLXXI.Ga naar voetnoot(3)
|
IIL. |
XP.
Hic in pace quiescit/ Matthaeus Kessels/ domo Trajecto ad Mosam/Ga naar voetnoot(4) Qui arte sculptoria in terris/ et vita morteque pia in in caelis/ multam sibi gloriam meruit/ Natus XIII kal. Jun. an. MDCCLXXXIV/ decesstit V Non. Mart. an. MDCCCXXXVI/ fuit ex cur. huj. aedis. |
| |
[pagina XVIII]
[p. XVIII] | |
IL. |
D.O.M.
Henrico Roeckhout de/ Santberghe lapicidae/ expertiss. ac huius/ hospitalis hospitalario/ vixit an XLIII obiit/ ultima Xbris anñ Dñi/ MDLXXVI. Nicolao/ Roeckhout ejus filio/ vixit menses XXV/ obiit VI Julii añn./ Dñi MDLXXIIII/ Virgini De Bon-Signore uxor/ mestissâ/ marito/ filioque carissimo/.Ga naar voetnoot(1)
P.C. |
L. |
Rechts.
Georgii ClericiGa naar voetnoot(2) de Jabbeke pro/
pe Brugis prie Flandrie Wilhelmi/
Petri et socior mercator.ro cu/
sequent institor viri virtuosi et/
Deo devoti supena petentis, an. A/
Nativitate D. MCCCCXCVIIII die/
XXIII Jan. etatis sue A.XLVI Paulo/
post devotiss. propriam anime ejus/
celestib. comedationem. Venetiis/
defuncti ad Urbem delata hoc/
tumulo petra clauso ossa cubât/
(W.) (3 Zwanen).
Executores testamenti ejusd. Ge/
orgii ex mutue charitatis fer/
vore posuerunt.
|
LI. |
D.O.M.
Ga naar voetnoot(3) Joanni Aurigae/
Thesaurario ac canonico/
Rothnacen.Ga naar voetnoot(4) hospitalicio/
praefecto integritate/
et pietate in aegenos/
insigni peste/
Inguinaria defuncto
executores B.M./
faciundo curt prid./
noñ octobr. anno/
sal. MCCCCLXXXXIII/
(Eene hand, wiel).Ga naar voetnoot(5)
|
| |
| |
Laten wij thans bondig samenvatten wat deze opschriften ons leeren:
| |
1o
In meest alle vinden wij de namen vermeld van provisors, anders gezeid van bestuurleden van het hospitium van Sint-Juliaan. Het zou ons te ver leiden ze hier over te schrijven.
| |
2o
Zeven en dertig opschriften zijn epitaphia of grafschriften. Daaronder zijn er 2 zonder datum (nn. 40 en 42) 7 uit de XVe eeuw, 7 uit de XVIe, 3 uit de XVIIe, 2 uit de XVIIIe en 14 uit de XIXe. Wij laten hier de namen der overledenen volgen, tot klaarder inzicht, in de orde van hun sterftejaar. Stierven en werden in Sint-Juliaan begraven in:
XVe EEUW:
jaar 1449: Geerolf van Hole van Gent, doctor in beide rechten (n. 44).
1463: Mathias Horenboort van Nieuwpoort, priester en pastor van Sinte-Catharina buiten Damme (n. 30).
1471: Michiel Vriendts van Audenaarde, deken van Antwerpen, kanunnik van Doornijk, doctor in kerkelijk recht en beambte der pauselijke kanselarij (n. 32) en Johannes Jakobus Van Loo, kanunnik en cantor van Sint-Pieters te Cassel, eveneens beambte der kanselarij (n. 47).
1474: Daniel De Keyser (n. 29).
1488: Oliverius Van den Bossche, koopman (n. 41).
1493: Jan Voerman, kanunnik en schatbewaarder van Ronse, bezweken aan pestelijke besmetting der lies (n. 51).
1499: Joris De Klerk van Jabbeke bij Brugge, koopman, te Venetië gestorven en te Rome overgevoerd en begraven (n. 50) en Johanna Deeckens, huisvrouw van Gillis Van der Lende (n. 37).
| |
| |
XVIe EEUW:
jaar 1520: Livinus Pels, edelman uit Zierikzee in Zeeland (n. 35).
1569: Antoon Espavault van Leuze, apostolische protonotarius en kanunnik van Kamerijk (n. 31).
1573: Pompeus Hiele, zoon van Petrus Hiele, provisor van Sint-Juliaan. Pompeus was maar 17 jaar oud (n. 36).
1574: Nicolaus Roeckhout van Zandbergen, zoon van Virginia de Bonsignore en Henricus Roeckhout, die stierf twee jaar na hem (n. 49).
1575: Joris Carpentier, koopman (n. 21).
1576: Karel van Huerne van Gent, edelman, doctor in beide rechten, bezweken aan koorts na eene reis in Afrika, pas 23 jaar oud, wiens grafsteen door eene zijner afstammelingen, baronnes Gilles de Pelichy van Huerne, hersteld werd in 1865 (n. 46).
Henricus Roeckhout van Zandbergen, steenhouwer (n. 49).
XVIIe eeuw:
jaar 1655: Johannes Delavael (Dewael) van Winoksbergen, provisor van Sint-Juliaan (n. 28); zijn grafstede werd besteld door
1663: Winocus Delavael, broeder des voorgaanden, glasschilder; hij vermaakte een deel zijner goederen aan Sint-Juliaan, mits jaarlijks 30 missen, een zingende mis den 6n November en twee jaargetijden, ten eeuwigen dage (n. 14).
1669: Jan Museur van Kamerijk, rektor van Sint-Juliaan, wien hij alles vermaakte (n. 19).
XVIIIe eeuw:
jaar 1705: Niklaas van Haringen van Ieperen, reeds boven vernoemd (n. 12).
1710: Bernardus Valerius van Winoksbergen, provisor van Sint-Juliaan, die reeds binst zijn leven zijne grafstede had laten vervaardigen (n. 43).
| |
| |
XIXe eeuw:
jaar 1813: Andries de Muynck, historieschilder (n. 15).
1828: Gravin de Celles, echtgenoote van graaf de Celles, gevolmachtigd minister van Willem den I, koning van Nederland, hij den Heiligen Stoel, voor de onderhandelingen van het Concordaat. Zij was geboren te Parijs in 1787 en liet twee dochters achter; een derde kind was haar voorgegaan op den weg der eeuwigheid. Haar grafschrift is roerend en ernstig tevens, zonder eenige overdrijving (n. 16).
1836: Matheus Kessels van Maestricht, beeldhouwer, reeds vernoemd (n. 48).
1844: Jaak Sturm, schilder (n. 23).
1846: Prosper Edward Noyer, gehecht aan 't Belgisch gezantschap bij den H. Stoel en na den dood van Van den Steen, (onderwege ter zee bezweken) gezant ad interim, (n. 11).
1849: Baron de Marches, 27 jaar oud (n. 25) en Vincentius La Marche, van Hasselt, predikheer en rektor van Sint-Juliaan (n. 38).
1853: Marton Verstappen van Antwerpen, schilder (n. 33).
1856: Baron Prisse (n. 9) en Jan Maes van Gent, schilder (n. 24).
1857: Petrus Monacus, schilder (n. 39).
1863: Jan Dael, van Gent (n. 34).
1865: Naamloos (n. 20).
1867: Hendrik Carolus, van Antwerpen, gezant van België bij den H. Stoel, vereerd met talrijke eereteekens en te Aix-eu-Savoie gestorven na korte ziekte. Zijne weduwe en zijn kinders plaatsten in Sint-Juliaan zijnen grafsteen (n. 45) en zijn borstbeeld (n. 10).
Nog moeten wij vermelden den grafsteen van Fernand Delvaux van Brussel (n. 27). Deze stierf in 1815, doch werd luid ons het opschrift in Bologna begraven.
| |
| |
| |
3o
Negen opschriften deelen ons bijzonderheden mee over de versiering en vereering der kerk (nn. 2, 8, 10, 22, 26) namelijk door keizer Karel die haar begiftigt (n. 5), Maria-Theresia, die haar den titel geeft van koninklijke kerk (n. 3), onze eerste koningin Maria-Louisa van Orléans die bijdroeg tot den bouw van het nieuw hoogaltaar door Mgr Van Bommel gewijd (nn. 4 en 7), den prins van Chimay, Mgr de Neckere en Mgr de Mérode (nn. 8, 10 en 26). Niklaas van Haringen, den grooten weldoener van het sticht, wordt tot driemaal herdacht (nn. 22, 6 en 12).
Sedert de Paus beroofd werd van zijne staten werd er in de Sint-Juliaanskerk niet meer begraven.
Remo.
|
-
voetnoot(1)
- ‘Sint-Juliaan der Vlamingen’, in de Via del Sudario, links van de Sint-Andrieskerk ‘della Valle’.
-
voetnoot(2)
- ‘Fù in questa ed altra rinnovazioue, che furono distrutte (eilaas) moltissime belle iscrizioni non poche delle quali ci presentavano scolpita in bassorilievo la imagine del defunto in varie foggie vestito. Molte di (pieste memorie furono fatte nuovamente scolpire nel pavimento, comme tuttora si veggono...’ Forcella Vincenzo, III, p. 509.
-
voetnoot(1)
- In deze laatste jaren ontstond er eene strekking om den eeuwenouden geschiedkundigen naam onzer kerke ook al te ‘belgiseeren’. Der ‘officieele wereld’ behaagde het ze in ‘Saint-Julien des Belges’ te herdoopen, wat eene geschiedkundige verkrachting is, door niets gewettigd. De Romeinen, de geschiedschrijvers, de oudheidskundigen in Italië kennen haar slechts onderden naam van ‘San Giuliano dei Fiamminghi’ = ‘Sint-Juliaan der Vlamingen’. En wij Vlamingen beschouwen haar als het dierbaarste pand, ons door onze Katholieke Vlaamsche voorouders in het Pauselijk Rome nagelaten. Wij hebben het lief, en zullen het zorgvuldig bewaren als 't heerlijkste sieraad dat ons Leeuwenkruis versiert.
Ik herinner mij nog het beslissend, krachtig antwoord van Z.D.H. Mgr Heylen, Namen's Vlaamschen kerkvoogd, verleden jaar in Lentemaand, aan een mijner vrienden, doctor in de geschiedenis en lid der Belgische School te Rome: ‘Sint-Juliaan van Vlaanderen, ja, zóó moet het zijn. Men heeft ons reeds genoeg afgenomen. Dit laatste zullen wij behouden.’
-
voetnoot(2)
- Het Hospitium van Sint-Juliaan van Vlaanderen, dat na de Kruistochten vervallen en misschien verdwenen was, werd heropgericht onder Martinus den IV (1417-1431) en Eugenius den IV (1431-1447). Het werd beheerd op een zeer eigenaardige wijze door al de Vlamingen die te Rome verbleven, en zijne inkomsten werden besteed, zoowel ten bate der pelgrims, die de Pauzenstad bezochten, als ten bate der leden der Vlaamsche kolonie, die er hunne bestendige woonplaats hadden. In de XVIe en XVIIe eeuwen schitterde Sint-Juliaan vooral door het ‘Schilderbent’, en schonk eene rei kunstenaars, wier invloed in Italië van het hoogste belang is geweest. Omtrent den aanvang der XVIIIe eeuw rezen er menigvuldige twisten op tusschen de Vlamingen der Fiandra Fiammingante en deze der Fiandra Gallicante; in den loop der jaren 1700 vervalt en verdwijnt de Vlaamsche kolonie. Een harer laatste weldoeners is Niklaas Van Haringhe, van Ieperen, die stierf in 1705. (Uit eene voordracht door Mgr Vaes gehouden in het Belgisch Instituut voor geschiedenis te Rome (10-3-09) ‘De Vlaamsche stichtingen te Rome van de 14e tot de 16e eeuw’, kortbondig samengevat in Hooger Leven (20-3-09), door Dr A. Fierens, onder titel: ‘De Vlamingen te Rome’).
-
voetnoot(1)
- Zie Onze Tijd, 1904, 6n Februari - ‘Il Campo Santo Teutonico’, te Rome (Remo).
-
voetnoot(2)
- Zie F. Th. Esser, O. Praed. Das deutsche Pilgerhaus ‘S. Maria dell'Anima’ in Rom. 1899.
-
voetnoot(3)
-
P. Visschers. Geschiedkundige inlichting over Het Norbertijnsch Collegie... te Roomen. 1841.
-
voetnoot(1)
- Onze roemrijk regeerende Paus Pius de Xe schreef eigenhandig zijn naam in het ledenboek en schonk als blijde intrede met zijn apostolischen zegen, eene gift van verscheidene honderden franken.
-
voetnoot(2)
- Over de werkzaamheden der eerste kapelaans schreef Dr A. Fierens in hooger vermeld artikel uit Hooger Leven, evenals in zijne brochuur ‘Over geschiedenis’. (Overdruk uit Dietsche Warande en Belfort, 1909).
-
voetnoot(3)
- Moge weldra zijne uitgebreide geschiedkundige verhandeling over San Giuliano dei Fiamminghi het licht zien! Dit fijn geillustreerd vaderlandsch werk, een standaardwerk, in 's lands beide ambtelijke talen gezamentlijk verschijnend (wat recht is) wordt om zijn nationaal belang overal met groot verlangen te gemoet gezien.
De Vlaamsche stichtingen van Florentië en Napels wachten ook nog immer op hunnen storicus...
-
voetnoot(1)
- Bij V. Gaillard, Épitaphes des Néerlandais, bl. 15, is dit opschrift merkelijk verschillend.
-
voetnoot(1)
- Bij Gaillard, o.c. bl. 165, staat meer. De andere (van III tot XII) worden niet vermeld, uitgezonderd XII.
-
voetnoot(2)
- Bij Galletti (Cod. Vat. 7916, c. 73, n. 284) die de teksten van vóór 1675 opgeeft, lees ik:
‘Reedificatam ex altera parte/ domum sumptibus haereditatis/ B.M. Nicolai Aringhi in hac parte reedificavit/ et perfecit a fundamentis/ V. Ecclesia S. Juliani Flandriae/ et provisores ejus sumptibus/ MDCCXVI.
-
voetnoot(1)
- Zie Gaillard, bl. 161, waar Aringus in voetnota Nicolaas van Haringhe heet. Zie ook n. VI en n. XXII.
-
voetnoot(2)
- Bergues, thans in Frankrijk, departement Nord.
-
voetnoot(4)
-
Gaillard, bl. 148. Hij heet Winocus de la Vael, glasschilder.
-
voetnoot(5)
- Volgens Gaillard, bl. 181, is de grafzerk 't werk van M. Kessels. Zie verder IIL zijn grafschrift.
-
voetnoot(1)
- Over de bezorgdheid van Niklaas van Haringen, van Ieperen, voor het Romeinsche sticht hebben wij reeds boven gesproken. Zie ook n. XII en n. VI.
-
voetnoot(1)
- Bij Gailliard, bl. 38 heet D. Caesar: Dan. de Keysere. Zie ook Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 96, n. 400.
-
voetnoot(3)
- Men lette op extra opp. 't Was dus buiten Damme. Zoo ook bij Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 23, n. 75.
-
voetnoot(5)
- Amici = Mich. Vriendts, zie Gaillard, o.c., bl. 35 en Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 17, n. 53.
-
voetnoot(1)
- Bij Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 76, n. 305.
-
voetnoot(2)
- Bij Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 97, n. 404 (tekst van vóór 1675): Hic requie/scit corpus/ Domine Joa/ne Deeckens/ uxoris Egid/ii Vanderle/nde. que ob/it (sic). anno. DNI/ M.CCCCIC/ die XV. men/sis Juni (sic).
-
voetnoot(2)
- Bij Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 96, n. 398, lees ik hier: de Flandria.
-
voetnoot(3)
-
Oliv. van den Bossche (Gaillard, o.c., bl. 42).
-
voetnoot(6)
- Bij Forcella: Magri. Gerofi. - Zie ook Galletti: Cod. Vat. 7916, c. 43, n. 179.
-
voetnoot(1)
- In sakristij (rechts), een marmeren grafsteen in den muur, met opschrift:
D.O.M.
Carolo Van Huerne... enz. (zie VIL) uitgenomen de drie laatste reken.
-
voetnoot(2)
- Cassel, thans in Frankrijk, departement Nord.
-
voetnoot(2)
- J. de Clercq. Volgens Gaillard, o.c. bl. 46.
|