Kinderliedjes bij kinderspel
Wit papier, zwart papier.
Zjet, zjèren (pakt u weg) van hier!
Bij den rijtek = stuur, schakel, touter, jutekoter (balançoire).
Rijtek waar vliegt de stek
Ginder op de boekweitplek....
(Dan volgt er iets paardeken inspannen, enz.) 't laatste is:
Zakdoekbergen.
De kinderen zitten neergehurkt en oen loopt met nen zakdoek rond en stopt hem achter een der kinderen. Zoodra dees 't bemerkt, raapt het hem op en vervolgt het andere en maakt het er aan als 't kan vóór dat 't kind zijne plaats ingenomen heeft.... Om de aandacht af te wenden roept het kind dat den zakdoek mocht verstoppen:
Schoentje slef.
('t Zelfde als 't voorgaande maar men gebruikt een kinderschoentje al zingend):
Al die valt die zal 't wel weten
Schoentje slef, slef, slef.
(Om te weten wie bij een spel, eraan is, d.i. bijv. moet wolf zijn (zie verder) tellen ze zoo bij ieder woord een kind aanwijzend:
Rommel in de pot (een uitgespreide voorschoot, en men slaat er van onder met de handen tegen).
Die zal zeggen goeden dag.
(De laatste die er overschiet is er aan.)