Biekorf. Jaargang 21(1910)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Duinen Aan Em. Viérin STANDVASTIGE eerbiedweerdigheid! Aloud gedaagde duinen! Wat hoore ik! Hoe de zeewind raast op uw' halfnaakte kruinen, door duinendistel, biezegers dat schaarsch uw schedel vlekt, met flarden van armoedig groen uw bloote lanken dekt. Weêr dommelt uit het schemerlicht, de trage nacht ontrezen, het grillig onvast lijnen van uw stil gezapig wezen, zoo gauw het Oosten grauwt, de dag zijn neveldoek ontdekt en tot het jonge leven weêr onze oude wereld wekt. Hoe blekt gij duinen, wit en groen bij 't nuchter zonnedagen; hoe hangt de lucht hier wolkloos blauw hoe vredig diep bij dagen! Wat hoore ik! Hoe de groote zee, zoo klein hier aan uw voet, getemd, haar machtig golfgeweld u streelend, ruischen doet! Hoe ernstig soms de winden slaan gegeeseld u om 't lijf! Hoe zwelt de zee heur boezem, vol met dreigend doodsbedrijf, en bulderend op uw lanken beukt z'heur losgewoelde baren die, bijtend in den baard u doen hun zilte schuim vlies varen. [pagina 109] [p. 109] Dan bijst het wervelend zand en giert het rillend duinegroen, doch houdt gij stand, door al 't geweld dat wind en baren doen, houdt stand, en blijft de aloude kust van Vlaanderland bewaken voor storm en zeesprong, vloed, wat el van waternood mocht naken. Wat zie ik geerne 't zonnewiel te Westen, heerlijk rood te ruste gaan in 't bloedbed van de zee heur gouden schoot! Wat zie ik... op uw kop gestaan, het helder sterrewachten, het tooverlicht der zee, dat speelt door d'heimelijke nachten. Hoe grootsch, gij duinen, mij daar staat, Gods eigenhandig werk, langlijdend als het eeuwverloop en onverwrikbaar sterk! Hoe schandlijk is de hebzucht van der menschen dwaze voeren die schendend met hun gierig hand uw oude pracht beroeren Uw hand daaraf, o mensche, die geen echte schoonheid kent, waar ooit gij d'hand aan schoonheid steekt uw hand die schoonheid schendt. Houdt af, en laat ze wild en schoon de duinen, onbetreden, en woekert en wint geld in 't al te afzichtlijke uwer steden! Caes. Gezelle Vorige Volgende