Biekorf. Jaargang 21(1910)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Chrysanthemen VROUWKE, vóór de kerkhofpoort staat ge met uw chrysanthemen, Sukkelken, ik ga niet voort zonder u een tuil te nemen. 'k Heb nochtans geen vrienden hier in dees vreemde stad begraven, maar ik doe u graag de gave van 'n rooden cent of vier. Lang en zult ge niet meer staan te Allerzielen in de koude met uw bloemen: henengaan zult ge waar 'k u volgen wonde. Afgepijnd en levensmoe zijt gij in uwe oude dagen: als ze 't licht niet meer verdragen vallen straks uwe oogen toe. Brengen zult gij aan den Heer uwen ruiker kerkhofrozen als gij dood zult zijn en weer op zult staan in 't uchtendblozen van een eeuwig schoenen dag. Sluit gerust uw slaperige oogen die in slaap genieten mogen wat 'k nog niet genieten mag. Geene bloemen op het kaal, arme graf waar geen zal weenen, zullen geuren tusschen 't schraal kerkhofgras over u henen. U die goeikoop bloemen bracht voor de dooden gansch uw leven zal men bee noch bloemen geven waar ge slapen zult, heel zacht... Cl. Van der Straeten Vorige Volgende