Biekorf. Jaargang 20(1909)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Bij Schemering IK zag langs de mullige dreve - 't was zomer en 't was heet - 'n wagen met hooi geladen, die onder de linden reed. D'r zaten kinders te zingen, ze zaten nevens den boer met z'n lange welstren zwepe, van boven op het voer. Ze zongen 'n avonddeuntje zoo zoet en weemoedig van zin, en alle de linden horkten en hielden hunnen asem in. [pagina 216] [p. 216] De muggen doorronkten de zoelte, de peerden schudden hunnen kop; d'r stoof langs de mullige dreve 'n logge zandwolk op. De kinders zongen en zongen, de beeklok had al geluid en ginder ter Oosterkimme, de koperen maan keek uit. Om. K. De Laey Vorige Volgende