daarop volgde dan:
O (beschaemdheid) zonder weêrga,
(als) ik overal het goed,
(als ik in mijn herte) neêrga,
(daar alleen) het kwaad ontmoet!
***
Uit des dichters leeraarstijd:
Guido Gezelle
J.C. heri hodie Ipse et in saecula!
Tot wie dit gericht was, zullen misschien best de gewezen leerlingen van dit ‘wonderjaar’ kunnen verklaren.
C.G.