Biekorf. Jaargang 20(1909)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Rijn DOOR 't fiere Duitschland vaart - Gelijk een gloriedroom Die grootheid heeft gebaard - Een wonderschoone stroom. Hij spiegelt in zijn vloed Der steden grootsche pracht, En bij hem houden goed De hooge torens wacht. Op 't zonnewater giet De lieve Loreley Er 't oud en wonder lied Van min en poëzij. Ter lieve glooiing straalt De wijn in purpergloed Die in de bekers kraalt En geestdrift wekt en moed. Lang woont er 't roemgeslacht Der riddren hoog en vrij, Dat 't vaderlandsch gedacht Opzweepte uit slavernij. [pagina 166] [p. 166] Op Niederwald daar rijst Een zegebeeld wel schoon Dat naar de heemlen wijst Met groote lauwerkroon. Het duitsche dichtertal Zong 't eigen trotsrefrein; De grootste bard van al Waart gij: du Vater Rhein! Arth. Coussens Vorige Volgende