Biekorf. Jaargang 19
(1908)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |
MengelmarenBrugge-Kunstnieuws
| |
[pagina 78]
| |
Neerstig wordt er voortgewrocht aan de nieuwe gebouwen van het krankzinnigen huis op St-Michiels; het toevluchtshuis op St-Andries; en aan het moederhuis dat opgericht wordt in de Oostmeersch, te Brugge. Om te sluiten laten wij weten dat in de Ouden Zakstraat eene prachtige inrijpoort, met allerschoonst uitzicht op O.L. Vrouw toren werd opgericht, dank de milde opofferingen van M.L. Gilliodts, stadsoorkondenbewaarder. R.d.S. | |
E.H. Leo Claeys - PaarwoordenHET derde deeltje ‘nietrijmende paarwoorden’ komt te verschijnen bij Boels-Vanlerberghe, Avelghem, 45 bl., prijs fr. 0,50 vrachtvrij. ‘Dit slag van geijkte uitdrukkingen (paarwoorden) treffen wij aan, niet alleen in 't Nederlandsch, maar ook in andere talen. In het Fransch, bij voorbeeld, heeft men: Sans rime ni raison, Sain et sauf, Sans feu ni lieu, Foi ni loi....; en in het Duitsch: braun und blau schlagen, Tag und Tau,...... Stein und Bein schwören.’ bl. 3. Gelijk in de twee voorgaande deeltjes staat ieder paarwoord door een passend voorbeeld toegelicht. Dit verdienstelijk werkje zal den taalliefhebbers welkom heeten. J.B. | |
Langs weg en baan. Opstellen van verscheiden aard, door kanunnik J. Muyldermans. Roeselare, Jules De Meester, 1908.Uit het voorbericht van den schrijver: ‘Opstellen van verscheiden aard... Zij lagen langs weg en baan verspreid, want ik schreef ze tusschen het loopende werk van den dag hetzij onder den indruk der gebeurtenissen of op aanvraag der vrienden, hetzij ter betuiging van diepen eerbied en hertelijke genegenheid of ter verdediging van dierbare belangen en gekrenkte rechten.’ Hieruit kan men licht opmaken dat dit boek veel gelijkenis moet hebben met zijn vroeger verschenen Woord en Schrift. Evenals Woord en Schrift blij begroet werd zoo mogen we ons ook verheugen om de uitgaaf van: Langs weg en baan. We hebben hier eveneens de behandeling van belangwekkende zaken uit ons midden of onzen tijd, verschillende onderwerpen in aantrekkelijk, boeiend, ongekunsteld proza, degelijke vrucht van den diep-denkenden geest eens geleerden en het fijn-voelend hart eens dichters. Tot nader bekendmaking geef ik hierna de hoofding zijner opstellen aan: I. Ons vaderlandsch jubeljaar, 1830-1905. II. De Moeder. III. Arbeid en godsdienst. | |
[pagina 79]
| |
IV. Zoutkorrels. V. Vele kleintjes maken een groot. VI. Plichten onzer jeugd. VII. Werkzaamheid en wilskracht. VIII. Helden en martelaars. IX. Wat er aan de moedertaal gelegen is. X. Hertenomhoog! Heil aan 't vaderland! XI. Losse gedachten over beschaafd nederlandsch. XII. Over de uitspraak onzer taal. XIII. Hugo Verriest. XIV. De humaniora van morgen. XV. De hervorming der programma's. XVI. Waar met de humaniora heen? XVII. Africana. XVIII. In piam memoriam: Z. Em. Kardinaal Goossens, Jan Fr. De Block. Zoo krijgt hier ‘elc wat wils’. En vijgen na Paschen zouden 't zijn met deze gelegenheid te gaan afkondigen dat kan. Muyldermans een zeer verdienstelijke plaats bij de vlaamsche letterkundigen inneemt. Doch zoo iemand me nu kwam afvragen welke daar eigenlijk de reden van is, dan zou ik antwoorden: om verschillende redenen, maar eerst en vooral omdat hij uit Woord en Schrift en bijzonder uit Langs weg en baan gebleken is een echte vlaamsche van Tricht te zijn. Wel zou ik met den verschuldigden eerbied enkele taalkundige flaters kunnen aanduiden en sommige punten bestrijden van het taalvonnis dat hij, naar aanleiding van nr 11, uitspreekt doch dit zou mij niet afkomen en ik zou niet graag hebben dat iemand, tegen mijn bedoeling in, daarom nalate zich het boek aan te schaffen.
Prof. Arth. Coussens | |
Wat men weet van ‘Faust’ te Brugge?DOOR iemand van jaren hoorde ik zeggen: Vroeger had hij dikwijls in Brugge een oud man weten vertellen van ‘de historie van Faustus’.... ‘....en ze reden te vierklauwe, hij met Mispelentee (mephistopheles?); 't stoof erdoor. En de duivels moesten gestadig de kalsijsteenen van achter hen uittrekken, en ze alover hun kop naarvoren werpen, en ze daar herinsteken....’ 't Was alles wat hij nog onthouden had. Weet iemand beter hoe men deze ‘historie’ uiteendoet? VAN iets dat blijft aanslepen en nooit uit en geraakt, zegt men te Brugge: 't is lijk de historie van de twee bulten alle drie!’ 't Schijnt dat dit een vertelsel was zonder einde. Kent iemand dat vertelsel? | |
[pagina 80]
| |
‘ZEKERE gedaagde Brugsche Jufvrouw pleegt nog alle avonde de volgende rijmreken als gebed op te zeggen, zooals zij het van moeder, klein kind zijnde, geleerd had.’
Bij 't ontkleeden.
Jesuke, mijn zoete duiveke,
Maak van mijn hert uw huizeke.
Heilige Maria, bid voor mij
Dat ik geheel mijn leven wijs zou zijn.
Heilige Moeder, Sinte Anna,
Bewaar ons huis van vier en vlamme,
Jaag den duivel van onze deur
En stel er een engelbewaarder voor.
Heilige Barbara, jonge maagd,
Die eene schoone krone draagt,
Boven uw maagddom martelares,
Koningsdochter, bid voor mij,
Dat ik met een goed berouw
Van deze wereld scheiden zou.
In bedde,
Heere, ik stappe in mijn graf,
Neem toch al mijn zonden af,
Dat ik bij dage noch bij nachte
In mijne zouden nìet versmachte.
Heere, ik leg mijn hoofd op mijn kussen;
Met God den Vader wil ik rusten,
Met God den Zoon wil ik slapen gaan,
Met God den H. Geest wil ik opstaan,
Heere Jesus, als mijne dood overkomt,
Neem mijne ziele in genade aan.
Al 't kruiske kussen.
Heer Jesus, door uw bitter lijden en wonden,
Vergeef mij al mijne zonden;
Door uw bitter lijden en dood
Sta mij bij in allen nood.
Voor het inslapen.
Heilige Engel, Sinte Michiel,
Ik beveel u mijn herte, lijf en ziel.
Heilige Engel Bewaarder goed,
Wil mij wekken met spoed,
Niet te vroeg noch niet te laat,
Als de klokke.... slaat:
‘Dat ik moet opstaan.’
(Vgk. Biekorf, 8e jaarg. bl. 9-14; 17e jaarg. bl. 16; 6e jaarg. bl. 367.) Uit Oostende. C.R. |