Biekorf. Jaargang 18
(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen laatste woordTWEE zaken wil ik, in mijn antwoord aan mijnheer EghelsGa naar voetnoot(1) in 't kort behandelen: telepathie en magnetometer. | |
I. Telepathie.Eerst en vooral, een woord nopens de meening van Mgr Mercier. Klaarheidshalve, geef ik hier geheel den tekst zooals hij te lezen staat in zijn laatste werk: ‘Traité élémentaire de philosophie: édit. A, T. I, pp. 151 enz. Louvain 1906’Ga naar voetnoot(2). | |
[pagina 152]
| |
‘136. La suggestion mentale. - La télépathie. - Un agent imagine un mouvement que le patient doit exécuter; il imagine par exemple, de lever le bras gauche: sans être en contact avec l'opérateur, le sujet imagine et exécute le mouvement que l'opérateur veut lui imposer. Uit deze aanhaling mag men besluiten: 1o Dat Mgr Mercier de werking van hersens tot hersens, zonder tusschenkomst der zintuigen, m.a.w. de menschelijke uitstroomingen, zooniet als zeker, ten minste als mogelijk en waarschijnlijk aanveerdt. 't Is voor hem de eenige uitleg die mogelijk is voor de | |
[pagina 153]
| |
feiten der ‘suggestio mentalis’, feiten die onbetwistbaar schijnen. Voor de télépathie is deze uitleg ook mogelijk: ‘zulkdanige uitleg zou misschien kunnen rekening geven van de télépathie’, en in zijne uitgave der Psychol. in II vol. 1905, had hij dien uitleg genoemd ‘la seule explication qui soit plus ou moins plausible’. Welnu, was het dat niet dat ik beoogde: de mogelijkheid en de hoogste waarschijnlijkheid zulker uitstroomingen?... 2o Daar Mgr Mercier zulken uitleg eertijds aanveerd heeft in 1905, daar hij hem nu nog aanneemt voor de ‘suggestio mentalis’ en als mogelijk voor de ‘télépathie’, besluit ik ook met recht dat er daar hoegenaamd geen materialismus mede gemengd is, zooals er aan dit stelsel verweten werd in Biekorf 1906, blz. 383. Een man als onze Aartsbisschop zou zeker toch nooit materialistische stelsels zelfs maar als mogelijk aannemen! 3o Het is stellig zeker dat in zijne groote uitgave van psychologie 1905, Mgr Mercier de rechtstreeksche werking van geest op geest uitsloot ‘nous ne nous arrêterons pas à la supposition d'une communication directe entre les esprits’. Zou hij van gedacht veranderd zijn, en nu als mogelijk aanveerden wat hij eertijds als onmogelijk aanzag? Dat zal niet bewezen worden uit bovengemelde aanhaling. Daar spreekt hij in 't korte: de psychologie behandelt hij gansch in enkele bladzijden, daar hij in 1905 er twee boekdeelen aan besteedde. Het en is dus niet te verwonderen dat hij zekere kanten der zaak achterlaat, en zoo hij alleenlijk zegt ‘que la distance parfois considérable entre l'agent et le sujet, et les formes très-diverses des phénomènes télépathiques, ne permettent pas de ramener ces phénomènes à une simple suggestion mentale’; dat kan alleenlijk beteekenen dat er in zake van telepahie iets meer vereischt wordt dan voor suggestio mentalis, ofwel iets buitennatuurlijks, ofwel onbekende natuurlijke oorzaken. Maar wie zal zeggen dat deze onbekende natuurlijke oorzaken die de gedachten moeten overzetten ook van geen stoffelijken aard moeten zijn? | |
[pagina 154]
| |
Dat komt immers overeen met de gansche leering van Mgr Mercier over den oorsprong der gedachten. En zou hij zelf hier eene uitneming aanveerden aan de algemeene wet die hij zelf stelt? Daarbij blijft deze rechtstreeksche werking van geest op geest ook nog altijd tegengesproken door het feit dat de gedachtenoverzetting tusschen moeder en kind belemmerd kon worden door eenen scherm tusschen beiden geplaatstGa naar voetnoot(1). Ik had ten volle gelijk toen ik in Biekorf, 1907, blz. 38, schreef ‘dat menig geleerde zich ernstig om zulke zaken bekommert’. Het voorgaande bewijst dat Mgr Mercier onder hen moet gerekend worden. Grasset ook: van hem staat er in de Revue des deux mondes, XI, 1906, een artikel van meer dan vijftig bladzijden over telepathie en soortgelijke verschijnsels. Daarom schrijft hij bladz. 124: ‘Je pose en principe qu'aucune doctrine philosophique ou religieuse n'a intérêt au succès ou à l'insuccès de ces recherches’. Daar en op nog andere punten komt hij in strijd met den heer Eghels die zegt (Biekorf, 1906, blz. 391): ‘Daarenboven in geheel die zaak, liggen gedachten gewikkeld, die op philosophisch gebied te verderfelijk zijn, om ze te laten voordragen zonder eenige tegenspraak’. De ‘Society for psychical rechearches’ die verscheidene honderde gevallen van telepathie verzameld heeft en ze als echt voordraagt, heeft als voorzitter: Henry Sidwick, professor aan de hoogschool van Cambridge en als leden onder ander: William Croakes, Gladstone, Watts...; en in Frankrijk: de professors: Ch. Richet, Th. Ribot, Féri en Pierre Janet van Parijs, de professors Beaunis, Bernheim en Liebault van Nancy enz. De volledige lijst dier merkweerdige mannen staat in de voorrede van: ‘les hallucinations télépathiques’ (vertaling en verkorting der ‘Phantasms of the living’ blz. xvi, Paris, 1891, Félix Alcan, uitgever). | |
[pagina 155]
| |
II. De magnetometer.Kunnen die stoffelijke uitstroomingen die bij de werking onzer hersenen voortgebracht worden, ook physische tuigen beinvloeden?Ga naar voetnoot(1). Om daar klaarder in te zien keer ik terug naar het geval van Ludovic X...Ga naar voetnoot(2) dat algemeen aanveerd wordt. De gedachtenoverzettingen van moeder tot kind werden verhinderd door eenen scherm. Dit bewijst de stoffelijkheid der uitstroomingen. Een ander besluit dat daaruit moet getrokken worden, is, dat de scherm door de stroomingen die hij tegenhoudt, beinvloed wordt, en dat hij daardoor zekere veranderingen moet ondergaan. Ik aanveerd dat die veranderingen tot nu toe onbemerkt en misschien onzichtbaar gebleven zijn; maar, aangezien zij bestaan, mogen wij hopen van door zekere verbeteringen aan den scherm, ze in de toekomst te kunnen vaststellen. Op die wijze, zou dat tuig eene ware magnetometer wordenGa naar voetnoot(3). Eene bemerking om te sluiten. Vooraleer te eindigen begeer ik eens de aandacht der lezers te trekken op de eigenaardige manier van redetwisten van mijnheer Eghels. Hij verdedigt zijne zienswijze door aanhalingen uit Mgr Mercier: en alles wel onderzocht zijne zienswijze wordt er inderdaad door bekampt. Om de telepathische gebeurtenissen over 't algemeen in twijfel te trekken steunt hij op de phantasms of the living, die geschreven waren om er de echtheid van te bewijzen. En hoe is dat wel mogelijk? Geachte tegenspreker heeft dat klaar gekregen met uit dat boek eene aanhaling te doen waarin hij zeker in misschien veranderd heeft! | |
[pagina 156]
| |
Ik had ook, zoo het schijnt, Grasset niet mogen tellen onder de geleerden die hun ernstig om telepathie bekommerenGa naar voetnoot(1). Als bewijs daartegen wordt gezeid dat deze geleerde in de Revue des Deux Mondes een lang artikel van 50 groote bladzijdenGa naar voetnoot(2) geschreven heeft over ‘occultisme’, 't is te zeggen over telepathie en andere geheimzinnige gebeurtenissen: Dat staaft hetgeen tegenspreker wilt omver werpen. Ik heb nooit beweerd dat Grasset van mijn gedacht was. Tegenspreker beweert dat hij geheel en gansch van het zijne is: daarin is hij mis; mijne bovengemelde aanhalingGa naar voetnoot(3) is daar een bewijs van. Ik mocht ook Ch. Richet niet noemen volgens mijnheer Eghels. Hij aanveerdt nochtans dat die professor hem ernstig om die zaak bekommert, maar beweert dat hij ze niet gunstig is. Hoe is dat mogelijk aangezien Ch. Richet een voorwoord schreef aan de ‘phantasms of the living’ waarin hij onder andere zegt: ‘ik ben tot de overtuiging gekomen dat het meerendeel der verhalen echt waren’?Ga naar voetnoot(4). Hewel, goede lezer, heer Eghels toont eenvoudiglijk dat Ch. Richet de echtheid niet durft verzekeren van de ‘phénomènes de matérialisation de la villa Carmen’ en gebaart dat die spiritische verschijnsels en telepathie maar één uitmaken: iets dat door en door valsch is. Dus, met volle recht, stuur ik aan heer Eghels den raad terug dien hij mij in Biekorf, blz. 69, 1907, gegeven heeft: ‘Het ware geraadzaam wat naderbij de gewrochten te kennen (en te eerbiedigen) van dezen wier gezag hij inroept’Ga naar voetnoot(5). Moscroen, den 4-5-07. Dr Aug. Schepens |
|