Biekorf. Jaargang 18
(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
De beke bloeit,
een struiksken groeit,
een blinkend bloemeken lacht,
en einde en wijd
de zon schalmeit
haar komst zoo lange verwacht.
Langs hage en kant
gaan over 't land
de winterwasemen weg,
nu staat begroend,
bezonnezoend
het veld in lentebeleg.
De duiven slaan
met licht belaân
door lauwe blauwende lucht,
in 't stralennet
der zon gezet
aldoor hun stijgende vlucht.
Staat op, ontkooid!
De lente ontplooit
haar vlag op weiden en veld,
daar stapt, wachei!
naar ons de Mei
met zonne en bloemengeweld.
F. Dewitte |
|