| |
| |
| |
Guido Gezelle en ‘De Vriendschap’ van Roeselare
DE letterlievende maatschappij ‘De Vriendschap’ van Roeselare, die in 't jaar 1844 gesticht, nog wekelijks zitting houdt tot beoefening der Vlaamsche taal op gebied van letterkunde, kunst en wetenschap, mag terecht aanspraak maken op hare gedurige betrekkingen met onze Vlaamsche letterkundigen.
De dichter Frans Blieck was haar eerste eere-voorzitter daarna aanveerdde Frans De Potter, bestendige secretaris der Vlaamsche Taalvroedschap, dit eere-ambt dat thans door dokter Delbeke, letterkundige en volksvertegenwoordiger, bekleed wordt.
In de rij der briefwisselende leden, treffen wij de namen aan van priester Cracco, Snellaert, Prudens van Duyse, Frans Rens, Serrure, Vandervoort, Hendrik Conscience, Van Oye, Karel De Gheldere, enz. Uit de oorkonden der ‘Vriendschap’, - waar wij ook het lidmaatschap van Hugo Verriest en van Albrecht Rodenbach kunnen aanstippen, - zijn we gelukkig eenige gedachtenissen te verzamelen van Guido Gezelle, briefwisselend lid onzer maatschappij.
'k Schrijf hier letterlijk den brief af, volgens een oud ‘resolutie-boek’ der ‘Vriendschap’, die den E.H. Guido Gezelle zijne benoeming van briefwisselend lid meldde.
| |
Rousselaere, 23 Maert 1855.
Eerweerde Heer,
Het bestuer der Maetschappy van Tael- Kunst- en Letter-oefening ‘De Vriendschap’, heeft de eer Ued. te berigten dat het geschenk welk Ued. aen het genootschap gedaen hebt, met de grootste dankbaerheid is aenvaerd geworden; en dat Ued. in erkentenis der door U aen de Vlaemsche Zaek bewezen diensten, met toejuiching als briefwisselend lid der Maetschappy benoemd zyt.
Ued. het Diploma uwer aenvaerding toezendende, voeden wy de hoop, Eerweerde Heer, alhoewel de briefwisselende leden tot niets verpligt zyn, van tyd tot tyd vereerd te worden met eenige vrucht uwer pen; dit zal byzonderlyk voor de jonge leden dienen tot voorbeeld van opstel en behandeling, en zal hen bewegen om te zorgen voor het verryken van hunnen geest en het volmaken van hunnen schryfstyl.
| |
| |
Aenvaerd, Eerweerde Heer, de verzekering onzer byzondere hoogachting.
Namens de Maatschappy:
Door bevel:
De Geheimschryver,
(Get.) F.J. Callebert.
De Voorzitter,
(Get.) H. Horrie.
Het geschenk waarvan hierboven is melding gemaakt, bestaat uit eene reeks gelegenheidsgedichten welke Gezelle aan de boekenkas van ‘De Vriendschap’ gegeven had.
Dat Gezelle het wel meende met ons letterlievend genootschap lijdt geen twijfel. Inderdaad, na zijn aanveerding als briefwisselend lid, vereerde Gezelle ons Roeselaarsch lettergezelschap menigmaal ‘met eenige vrucht zijner pen’. In 1858, liet hij ‘bij Stock-Werbrouck en zoon, Noordstraet Rousselaere’, eene uitgave zijner gedichten verschijnen onder de hoofding: Vlaemsche Dichtoefeningen, door Guido Gezelle, pbr., professor in 't kleen Seminarie te Rousselaere, lid van 't genootschap ‘Tijd en Vlijt’ te Leuven, van ‘De Vriendschap’ en van ‘De Vlaemsche Jeugd’ alhier.
Van 1859 af (in dit jaar schonk Gezelle nog een dichtwerk aan ‘De Vriendschap’,) tot 1886, gewagen de archieven onzer maatschappij die op heden nog overblijven, niets meer van den priester-dichter. Misschien zijn eenige der oorkonden welke Gezelle betreffen, op den dool! Chi lo sa?
Wat er ook van zij, ik heb in onze archieven, tusschen menigvuldige briefwisselingen, ingezondene proza-en dichtstukken van werkende en briefwisselende leden, een vijftal brieven ontdekt, ons door Guido Gezelle toegezonden, toen hij onderpastor was te Kortrijk.
In 1887-1888 schreef de maatschappij ‘De Vriendschap’ eenen wedstrijd uit met 1500 frank prijs, voor dichtkunde, muziek, geschiedenis, taalkunde, dramatisch en luimig tooneel.
‘De Vriendschap’ waagde het aan Gezelle zijne aansluiting te vragen als lid van den keurraad voor drie vakken van den prijskamp, namelijk voor de dichtkunde, de geschiedenis en de taalkunde. Daarbij had haar bestier
| |
| |
aan den onvermoeibaren zanter van ‘Rond den Heerd’ en ‘Loquela’ het opstellen eener gepaste prijsvraag voor taalkunde gevraagd. Gezelle antwoordde volgender wijze:
| |
(Zonder dagteekening.)
Achtbare Heeren,
Ik aanveerde geheel geern den vereerenden voorstel dien gy my doet: gy zoudt herby winnen nochtans, wildet gy de goedheid hebben van my te vervangen door mannen die meer tyd over hebben als ik, b.v. in 't gene de geschiedenis aangaat door Professor Samyn in 't Collegie tot Meenen; in 't gene de dichtstukken betreft door den Eerw. Heer Demonie tot Brugge, enz.
Blyve intusschentyd
Ul. zeer toegenegen,
Guido Gezelle.
Een daaropvolgende brief zet de stelling uiteen:
| |
Kortrijk, den 20 Julij 1886.
Achtbare Heeren,
Antwoordende op uwe vrage van 10 Julij des loopenden jaars, stelle ik vooren eenen prijs uit te schrijven ter belooning van hem die de volledigste en best ingerichte lijste zal leveren van ongeboekte plaatsnamen binnen West-Vlaanderen.
Onder plaatsnamen worden verstaan namen van water- en landwegen, huizen, hofsteden, stukken lands, enz. Als wel ingericht zou men eene lijste aanzien op de welke 1o al de opgezamelde namen abc wijze volgen; 2o op de welke b.v. al de namen die voor tweede deel 't w. hof hebben, ook abc wijze zouden opgegeven worden, enz.; 3o waarin de beste wenken zouden gegeven zijn ter vindinge van de bediedenisse, oorsprong, enz. dier namen.
Het bestaan van zulk eene lijste en van andere diergelijke, b.v. van plant- en diernamen, van woorden en spreuken die de weverije, die ziekten en krankheden aangaan, zou, na mijn inzien, van grooten dienst zijn voor de algemeene geleerdheid, volkenkunde, taalkunde, enz.
Waarom altijd zuivere inbeeldinge, en niet eenen keer verduldigen taaien arbeid en zoeklust aàngemoedigd, beloond en bekroond?
Ben ulieden zeer toegenegen,
Guido Gezelle, pbr.
Lid van de ‘Vriendschap’ te Rousselaere.
Daarop volgt eene verdere verklaring zonder dagteekening.
| |
Achtbare Heer en Vriend,
Danke u voor uw welwillend schrijven.
Daar wordt eene lijste verlangd van al de verschillige eigennamen die door 't volk gegeven worden, in W. Vlaanderen, aan de ver- | |
| |
schillige gedaanten onder de welke de oppervlakte van W. Vlaanderen voorenkomt, 't zij behuisd, begroeid, bestraat, bestroomd of anderszins. De namen alleene worden gevraagd die niet van ambtswege geboekt en zijn, b.v.: Deizèle, Osleter, 't Magerstratje, enz. Men vraagt de nauwkeurigst mogelijke afbeeldinge en uitsprake van ieder woord en de verschillige gedaanten die 't aanneemt op de tonge van 't volk, b.v. Deizle, Daaizle, enz.
De woorden moeten ABC wijs geschikt, op de lijste vooren komen; van de samengestelde woorden moet het tweede lid op zijn plaatse in den ABC staan, met weerwijzinge ook ABC wijs naar al de samengestelde woorden waarin dat lid gebruikt wordt, b.v. het woord hage, zie Ahage, Bhage, Chage, Dhage, Meerhage. Sleihage, enz. Ander voorbeeld: lee, z. Hooglee, Lendelee, enz. De ligginge der plaatsen die den opgezanten name dragen moet nauwkeurig aangegeven worden. Natuurlijk die meest en best levert zou naast den prijs zijn; maar ik zou alle bijdragen aanveerden en houden. Geen taalkundige uitleg en wordt er gevraagd, alleenlijk de ongeboekte volkstale, binnen de bekendgemaakte palen van aardrijksche benamingen.
Zal de Vriendschap nlet een penningske doen voor 't graf van Deken De Bo? Veel kleentjes maken een groot.
Groete Ulieden van herten.
Guido Gezelle.
P.S. 't Spreekt van 's zelfs dat ik niet meê en dinge.
Zijne beoordeeling over de ingezondene lijsten van plaatsnamen voor den prijskamp van ‘De Vriendschap’ schrijf ik geerne over.
| |
Heer Voorzitter,
Hebbe de drie lijsten, wegens taalkunde en plaatsenamen nauwkeuriglijk geteld en vergeleken, en besluite dat no 2 alleen en verreweg den prijs verdient.
Op den eersten oogslag mocht men denken dat no 1 de grootste lijste is: 14832 namen tegen (no 2) 8585: maar onder die 14000 en meer namen, zijnder bij hoopen die niet en kunnen meêtellen, als:
1o Zijnde reeds geboekt, b.v. in den Dictionnaire des communes, hameaux, etc. dé Belgique. Bruxelles, Tarlier, 1858, enz.
2o Onvlaamsche, Waalsche, Fransche namen, b.v. 2754, 2771, 2772, 2773, 2775, 2776, 4045, 12976 en ontelbare andere. 't Is een kampstrijd voor Vlaamsche Nederlandsche taalkunde.
3o Zijnde twee of meermaal herhaald, b.v. Neerbrugge (Werveke), Magenstraat (Heule), enz.
4o Zijnde geen Volksnamen, zoo ze 't volk gebruikt, b.v. Bergkapel, tooverhekshoek, de Nek, Pottedreef, voor 't Bergkapelleke, toovereshoek, de Nekke, de Pottedreve, enz.
5o Zijnde verkeerd geschreven, b.v. 12882. Slyhage (Wynghene) voor Sleihage of Sleehage, Voorgeboorte voor Voorgeborte (Meenen), het Bestierveld (3045) voor het Bijstierveld, Wynendele voor Wynendale, Moorlede voor Moorslede, enz.
| |
| |
6o Zijnde teenemaal onleesbaar, b.v. 12883 en andere meer.
Daarenboven en is bij no 1 geen pogen waarneembaar tot een kunstmatig schikken en bij malkaar brengen der namen, 't gene een der hoedanigheden is, die de grootste en beste lijste, no 2 onderscheiden.
Stelle dus voor den prijs van 200 fr. aan den kundigen verzamelaar der lijste no 2 onverdeeld toe te kennen en hem tot verderen arbeid aan te moedigen.
Kortrijk, den 29 in Hooimaand 1888.
Guido Gezelle.
Op Zondag 18 November 1888, uitgenoodigd tot het 44ste verjaringsfeest der ‘Vriendschap’ en tot de plechtige prijsuitreiking aan de bekroonden van den derden letterkundigen wedstrijd, verontschuldigde zich Gezelle volgenderwijze:
| |
Achtbare Heer en Vriend,
Ik ben zoo danig gepakt van 't Rhumatis dat ik nauwelijks bij machte ben U te schrijven. Dank voor uw vriendelijk ontbod, maar bidde onschuld, het zal mij, om die reden en omdat het Zondag is, onmogelijk zijn te komen.
Blijve Ul. zeer dankbaar,
Guido Gezelle.
Onze dichter was inderdaad ‘zoo danig van 't Rhumatis (en van 't beven) gepakt’, dat zijn schoon en slank geschrift in krinkels en hanepooten verandert; ditmaal durfde Gezelle zelfs niet genoeg op de leesbaarheid van zijn geschrift staat maken: op de adreszijde der postkaart, onder een misvormd ‘Rousselaere’, schreef hij van her een duidelijker en wijder geteekend ‘Rousselaere’.
Ook ware het geen wonder moest ik 't een of 't ander woordjen mis afgeschreven hebben; namelijk de woorden: ‘... omdat het zondag is’ komen mij niet al te duidelijk voor; een vriend die deze postkaart bezag beweerde zelfs dat die woorden moesten gelezen worden: ‘... omdat er zending is’.
Het krabbelschrift dezer eenvoudige postkaart van Gezelle lezen en onderzoeken is hoogst aandoenlijk.
Ter gelegenheid van zijne benoeming in de Leopoldsorde en zijne vereering met het kruis ‘Pro Ecclesia et Pontifice’ had ‘De Vriendschap’ hare gelukwenschen naar Guido Gezelle gestuurd.
| |
| |
Gelijk veel persoonlijke vrienden en wellicht andere letterkundige kringen, bedankte hij onze maatschappij met deze hertelijke ‘boodschap’ die hij op 29 Maart 1889, den heer Hendrik Horrie, voorzitter, en de leden van ‘De Vriendschap’ liet geworden.
‘Omdeswille dat het Uwer goedheid beliefd heeft, onlangs leden, zijne Heiligheid den Paus en zijne Hoogmogendheid den Koning eere te bewijzen, door de aangename gelukwenschen die ik van U ontvangen hebben, zoo is 't dat ik U deze mijne nederige boodschap terugzende, dienende om U van herten te bedanken wegens Uwe vriendelijke toegenegenheid.
Bidde God en begere dat gij lange en voorspoediglijk moget leven, tot eer en deugd van onzen Godsdienst, van ons Vaderland en van onze dierbare Moedertale!
Guido Gezelle.’
Drie brieven, ééne postkaart en deze gedrukte bedanking - 't is al wat er van Guido Gezelle's briefwisseling met ‘De Vriendschap’ overschiet.
Het afsterven van onzen grooten Vlaamschen dichter - van wien sedert bijna eene halve eeuw, schier in iedere wekelijksche zitting, verzen werden gelezen, uitgegalmd of gezongen, - bedroefde innig onze maatschappij. Verscheidene leden van ‘De Vriendschap’ waren op de rouwplechtigheid tegenwoordig.
Het schepencollege van Roeselare, - waarvan vier leden, de Heeren Alfons Carlier, dokter Delbeke, Callebert en D'Heedene, van ‘De Vriendschap’ medelid waren, - besloot in December 1903 den naam van Guido-Gezelle-laan te geven aan de breede straat die Roeselare met Rumbeke langs den ijzerenweg zal verbinden.
Heden ten dage, prijkt in de vergaderzaal ‘De Vriendschap’ de beeltenis van Guido Gezelle onder het kruise Christi dat hij zoo dikwijls en zoo lyrisch heeft bezongen. Mocht het geheugen van Gezelle's Vlaamsch reuzenwerk, hoe langer hoe meer, onze Roeselaarsche jeugd tot Vlaamschgezindheid en taalstudie aansporen!
Joseph Verhelst
|
|