Biekorf. Jaargang 18(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Tweezak Legende EEN boerke wou ten hemel gaan, hij deed zijn beste kleeren aan, nam geld, een decoratie, en stond te buigen in 't portaal, te stamelen in Fransche taal van sie-voe-plee, en gracie. Maar Sinte Pieter zei: ei, ei, van lierom lare! Voorwaar, monsieur, gij hebt abuis, hier komt geen bluf of geld in huis. Een boerke wou ten hemel gaan. Hij deed dus kerkekleeren aan en, 'lijk een vrome koster, zoo ging hij luide zingend voort tot aan de gulden hemelpoort: oremus, paternoster! [pagina 76] [p. 76] Maar Sinte Pieter zei: ei, ei, van lierom lare! Gij schuifelt, vogel, klaar latijn, maar zeg waar uwe zonden zijn. Een hoerke wou ten hemel gaan en wist, och arm, niet wat gedaan: daar staat een felle wachter.... Hij vulde een tweezak en ging door, zijn deugden staken al vanvoor, zijn zonden al vanachter; en tot Sint Pieter zei: ei, ei, van lierom lare! Hier hen ik met mijn leed en werk... Uw beeld was 't schoonste van ons kerk! Sint Pieter keek hem lieflijk aan en liet het slimme ventje gaan in 't woonhuis des Alhoogen. Als hij den zak met zonden zag die op den rug van 't boerke lag, wist dat hij was bedrogen. En Sinte Pieter zei: ei, ei, van lierom lare! Sta, zondaar, eer men mij bekijft; maar 't boerke is binnen, en hij blijft! Voor Franschmans die aan de douaan des hemels in benauwdheid staan om zonden te fraudeeren; de tweezak is de beste raad, hij draagt hun goed en bergt hun kwaad; men laat ze maar passeeren. Want Sinte Pieter zei: ei, ei, van lierom lare! 't Is voordeel voor de werkmansklas dat ik eens arme visscher was. Theo Brakels Vorige Volgende