Biekorf. Jaargang 18
(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Daarom zinkt de zon bebloed,
zoete kind,
daarom, als hij hierlangs moet
huilt de wind!
Daarom schreit de regenlucht
en de jonge weduw zucht.
Hoort ge niet die bange klacht,
gij alleen, mijn kindje lacht.
Hoe ge lachend mij beziet,
zoete kind,
zijn dat vaders oogskes niet,
zoo bemind?
O, ze melden hoop en vreugd
uit de verte van uw jeugd.
Kindje mijn, 'k bemerk het nu,
vaderken herleeft in u.
Theo Brakels |
|