Biekorf. Jaargang 17(1906)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 413] [p. 413] Snoeierslied KLIK-klak! De spaander springt! De bijle wringt in 't hout, heur bete aan 't bijten; en, zwart op wit. de snoeier zit zijn' rijzels neêr te smijten. Klik-klak! Klik-klak! Hij stampt en drijft den boom in 't lijf het stompe staal der sporen, en houwt en hakt, dat 't klikt, dat 't klakt. De stille bosschen hooren: Klik-klak! Klik-klak! De sperel springt! De snoeier wringt zijn taaien leest, al wenden de takken op, den boom zijn top, zijn schoonheid gaat hij schenden. Klik-klak! Klik-klak! Hij fluit, en slaat zijn bijle op maat in 't veege vleesch der boomen; in 't boomgebied laat hij 't verdriet tot aan zijn hert nooit komen. Klik-klak! Klik-klak! En als een held hij hooger snelt [pagina 414] [p. 414] en rept den vogelen steden: en klik, en klak, hij velt den tak en wipt hem naar beneden, Klik-klak! Klik-klak! - ‘Nu rusten laat uw bijle, en staat van 't schoon gewaai te krenken, gij zelf, klik-klak, die zijt 'nen tak, o snoeier, wilt gedenken!’ Klik-klak! Klik-klak! ‘'nen tak zijt gij, twee takken wij, vast aan den stam van 't leven: de dood heeft al heur snoeiend staal in onzen voet gedreven.’ Klik-klak! Klik-klak! ‘Hoelang nog zal 't, aleer gij valt, aleer ik val, gedeuren? Wat zal er dan met u, me man, en, wat met mij gebeuren?’ - Klik-klak! Klik-klak! - ‘Wij kunnen noch wij moeten toch niet eeuwig blijven leven, zorgt dat niet veel verdord kateel zij op uw stam gebleven.’ Klik-klak! [pagina 415] [p. 415] Klik-klak! ‘Geen tijd gespaard! gekandelaard! en als ze eens bussels binden van u en mij, zorge elk dat 't zij groen hout al wat ze vinden.’ Klik-klak! Caesar Gezelle Vorige Volgende