Mengelmare
IN 1880 vroeg senator Lammens aan Gezelle bet:
te willen verdietschen voor onder eenen Calvarieberg te zetten. Gezelle dichtte:
Gekruiste God die voor mij staat,
des werelds eere en toeverlaat,
gekruist, gekroonde Jesu zoet,
onze eenigste hope, ons eeuwig goed,
ik groete en bidde, reikt o Heer,
al die rechtveerdig zijn nog meer,
en geeft, door al uw lijên en bloen,
vergifnisse aan die kwalijk doen.
Maar voor acht verzen was er te weinig plaatse en daarop schreef Gezelle:
O kruis dat al onze hope draagt,
al 's werelds eere en vrijheid schraagt,
vervroomt ze al die uw spraak verstaan,
vergeeft ze al die u tegengaan.