Biekorf. Jaargang 16(1905)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Pro Patria CAESAR bezet Avaricum, de sterke stad der Bithurigers. Op het aard- en houtwerk, dat gelijk een heuvel rijst, den wal bijna genakend der Galliers, staat de roomsche legio, veerdig, blakend van krijgslust, 't sein afloerend van den stormaanval. De Galliers houden wacht, gewapend op hun wal. Maar zie, 't roomsch aardwerk berst, en uit de spleten vonkelt een akelige brand, waar zwarte rook door kronkelt. Een blijde zegeschreeuw stijgt uit Avaricum. Caesar, die 't al gezien en al geraân heeft, gromt: ‘Zij hebben mijnen dam al onder doorgebroken, doorkelderd, en, wee hen, den brand erin gestoken!’ En op zijn toeken, stormt het roomsche heir vooruit. De navond nadert in de roode glans, die uit de gapende aarde gloeit, verlicht de zwarte schimmen die rijzen uit de stad en springen op de kimmen. Te midden op den wal, een Gallier van zes voet [pagina 385] [p. 385] grijpt klompen vet en pek en slingert ze in den gloed. Caesar gebiedt: de Gallier valt, de borst doorkorven. Een tweede rijst, stapt over 't lijk van den gestorvene in 't roet en 't pek, hun toegereikt van hand tot hand, zwaait hij, bij gheele blokken, midden in den brand. ‘Weg met dien man!’ roept Caesar ongeduldig weder, 't Zoeft nog een pijl, en nog een held stort stervend neder. Een derde reus komt op, en gooit met zulke kracht de bonken spek in 't vuur, dat 't spettert door de nacht. De schichten snorren allentheên: hij valt, doorschoten. De stapel spokt en laait, met smout en pek begoten, en 't roomsche leger staart, bij 't glarien van den gloed, bewonderend en verbaasd, op zooveel heldenmoed. En nog een, nog een, nog een, andere en andere komen die rekewijs, tot dat de stad wordt ingenomen, koelbloedig weg, het voeder werpen in den brand, uit vraakgier tot den vreemde, en sterven voor hun land: ‘al helden, ja,’ zegt Caesar, ‘die de dood verachtend, den eerbied vergen van de verste nageslachten!’ Dr E. Lauwers (Caesar, De bello gallico, VII, 25.) Vorige Volgende